Instapvraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

  1. \(\text{Froukje heeft 4 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 71 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
  2. \(\text{Mohamed heeft 27 euro uitgegeven aan een spidermanpak.} \\ \text{Er is nu nog 110 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Mohamed voor de aankoop?}\)
  3. \(\text{Froukje heeft 4 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 68 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
  4. \(\text{Maxim heeft 48 euro uitgegeven aan een spelletje voor de PlayStation.} \\ \text{Er is nu nog 173 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\)
  5. \(\text{Jana gaat 3 dagen in de week fietsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal tourkes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 63 km gefietst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  6. \(\text{Maxim heeft 51 euro uitgegeven aan een nieuwe batterij voor zijn smartphone.} \\ \text{Er is nu nog 263 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\)
  7. \(\text{Froukje heeft 6 liter frisdrank nodig om mee te nemen naar een feestje.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 44 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de frisdrank per liter maximaal kosten?}\)
  8. \(\text{Loubna gaat 5 dagen in de week fietsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal tourkes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 120 km gefietst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  9. \(\text{Mila heeft 6 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 75 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
  10. \(\text{Froukje heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 43 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)
  11. \(\text{Warinda heeft 4 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 69 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)
  12. \(\text{Warinda heeft 3 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 41 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

Verbetersleutel

  1. \(\text{Froukje heeft 4 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 71 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\ 4.x = 71 \\ \Leftrightarrow x = \frac{71}{4} = 17.75 \\ \text{Froukje kan maximaal 17.75 euro uitgeven aan een meter stof}\)
  2. \(\text{Mohamed heeft 27 euro uitgegeven aan een spidermanpak.} \\ \text{Er is nu nog 110 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Mohamed voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Mohamed voor de aankoop} \\ x - 27 = 110 \\ \Leftrightarrow x = 110 + 27 = 137 \\ \text{Mohamed had 137 euro}\)
  3. \(\text{Froukje heeft 4 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 68 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\ 4.x = 68 \\ \Leftrightarrow x = \frac{68}{4} = 17 \\ \text{Froukje kan maximaal 17 euro uitgeven aan een meter stof}\)
  4. \(\text{Maxim heeft 48 euro uitgegeven aan een spelletje voor de PlayStation.} \\ \text{Er is nu nog 173 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Maxim voor de aankoop} \\ x - 48 = 173 \\ \Leftrightarrow x = 173 + 48 = 221 \\ \text{Maxim had 221 euro}\)
  5. \(\text{Jana gaat 3 dagen in de week fietsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal tourkes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 63 km gefietst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per tourke} \\ 3.x = 63 \\ \Leftrightarrow x = \frac{63}{3} = 21 \\ \text{Jana legt 21 km af per tourke}\)
  6. \(\text{Maxim heeft 51 euro uitgegeven aan een nieuwe batterij voor zijn smartphone.} \\ \text{Er is nu nog 263 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Maxim voor de aankoop} \\ x - 51 = 263 \\ \Leftrightarrow x = 263 + 51 = 314 \\ \text{Maxim had 314 euro}\)
  7. \(\text{Froukje heeft 6 liter frisdrank nodig om mee te nemen naar een feestje.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 44 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de frisdrank per liter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per frisdrank} \\ 6.x = 44 \\ \Leftrightarrow x = \frac{44}{6} = 7.33 \\ \text{Froukje kan maximaal 7.33 euro uitgeven aan een liter frisdrank}\)
  8. \(\text{Loubna gaat 5 dagen in de week fietsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal tourkes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 120 km gefietst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per tourke} \\ 5.x = 120 \\ \Leftrightarrow x = \frac{120}{5} = 24 \\ \text{Loubna legt 24 km af per tourke}\)
  9. \(\text{Mila heeft 6 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 75 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\ 6.x = 75 \\ \Leftrightarrow x = \frac{75}{6} = 12.5 \\ \text{Mila kan maximaal 12.5 euro uitgeven aan een meter stof}\)
  10. \(\text{Froukje heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 43 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 7.x = 43 \\ \Leftrightarrow x = \frac{43}{7} = 6.14 \\ \text{Froukje kan maximaal 6.14 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
  11. \(\text{Warinda heeft 4 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 69 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 4.x = 69 \\ \Leftrightarrow x = \frac{69}{4} = 17.25 \\ \text{Warinda kan maximaal 17.25 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
  12. \(\text{Warinda heeft 3 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 41 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 3.x = 41 \\ \Leftrightarrow x = \frac{41}{3} = 13.67 \\ \text{Warinda kan maximaal 13.67 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-07-02 04:55:19
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen