Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
- \(\text{Warinda heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\
\text{Ze heeft een budget van maximaal 81 euro.} \\
\text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)
- \(\text{Mohamed heeft 60 euro uitgegeven aan een gouden Pokemonkaart.} \\ \text{Er is nu nog 239 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Mohamed voor de aankoop?}\)
- \(\text{Ayman heeft 45 euro uitgegeven aan een gouden Pokemonkaart.} \\ \text{Er is nu nog 37 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Ayman voor de aankoop?}\)
- \(\text{Jana gaat 5 dagen in de week fietsen.} \\
\text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal tourkes.} \\
\text{Aan het einde van de week heeft ze 60 km gefietst.} \\
\text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
- \(\text{Ayman heeft 38 euro uitgegeven aan een spelletje voor de PlayStation.} \\ \text{Er is nu nog 326 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Ayman voor de aankoop?}\)
- \(\text{Loubna gaat 5 dagen in de week schaatsen.} \\
\text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondjes.} \\
\text{Aan het einde van de week heeft ze 12.5 km geschaatst.} \\
\text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
- \(\text{Maxim heeft 51 euro uitgegeven aan een kerstcadeau voor een vriendin.} \\ \text{Er is nu nog 189 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\)
- \(\text{Wouter heeft 38 euro uitgegeven aan een spidermanpak.} \\ \text{Er is nu nog 212 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Wouter voor de aankoop?}\)
- \(\text{Lina heeft 4 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\
\text{Ze heeft een budget van maximaal 48 euro.} \\
\text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
- \(\text{Sarah gaat 6 dagen in de week zwemmen.} \\
\text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal baantjes.} \\
\text{Aan het einde van de week heeft ze 1.2 km gezwommen.} \\
\text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
- \(\text{Froukje heeft 7 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\
\text{Ze heeft een budget van maximaal 36 euro.} \\
\text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
- \(\text{Sarah gaat 3 dagen in de week lopen.} \\
\text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondes.} \\
\text{Aan het einde van de week heeft ze 24 km gelopen.} \\
\text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
Verbetersleutel
- \(\text{Warinda heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\
\text{Ze heeft een budget van maximaal 81 euro.} \\
\text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\
7.x = 81 \\
\Leftrightarrow x = \frac{81}{7} = 11.57 \\
\text{Warinda kan maximaal 11.57 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
- \(\text{Mohamed heeft 60 euro uitgegeven aan een gouden Pokemonkaart.} \\ \text{Er is nu nog 239 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Mohamed voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Mohamed voor de aankoop} \\
x - 60 = 239 \\
\Leftrightarrow x = 239 + 60 = 299 \\
\text{Mohamed had 299 euro}\)
- \(\text{Ayman heeft 45 euro uitgegeven aan een gouden Pokemonkaart.} \\ \text{Er is nu nog 37 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Ayman voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Ayman voor de aankoop} \\
x - 45 = 37 \\
\Leftrightarrow x = 37 + 45 = 82 \\
\text{Ayman had 82 euro}\)
- \(\text{Jana gaat 5 dagen in de week fietsen.} \\
\text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal tourkes.} \\
\text{Aan het einde van de week heeft ze 60 km gefietst.} \\
\text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per tourke} \\
5.x = 60 \\
\Leftrightarrow x = \frac{60}{5} = 12 \\
\text{Jana legt 12 km af per tourke}\)
- \(\text{Ayman heeft 38 euro uitgegeven aan een spelletje voor de PlayStation.} \\ \text{Er is nu nog 326 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Ayman voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Ayman voor de aankoop} \\
x - 38 = 326 \\
\Leftrightarrow x = 326 + 38 = 364 \\
\text{Ayman had 364 euro}\)
- \(\text{Loubna gaat 5 dagen in de week schaatsen.} \\
\text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondjes.} \\
\text{Aan het einde van de week heeft ze 12.5 km geschaatst.} \\
\text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per rondje} \\
5.x = 12.5 \\
\Leftrightarrow x = \frac{12.5}{5} = 2.5 \\
\text{Loubna legt 2.5 km af per rondje}\)
- \(\text{Maxim heeft 51 euro uitgegeven aan een kerstcadeau voor een vriendin.} \\ \text{Er is nu nog 189 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Maxim voor de aankoop} \\
x - 51 = 189 \\
\Leftrightarrow x = 189 + 51 = 240 \\
\text{Maxim had 240 euro}\)
- \(\text{Wouter heeft 38 euro uitgegeven aan een spidermanpak.} \\ \text{Er is nu nog 212 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Wouter voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Wouter voor de aankoop} \\
x - 38 = 212 \\
\Leftrightarrow x = 212 + 38 = 250 \\
\text{Wouter had 250 euro}\)
- \(\text{Lina heeft 4 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\
\text{Ze heeft een budget van maximaal 48 euro.} \\
\text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\
4.x = 48 \\
\Leftrightarrow x = \frac{48}{4} = 12 \\
\text{Lina kan maximaal 12 euro uitgeven aan een meter stof}\)
- \(\text{Sarah gaat 6 dagen in de week zwemmen.} \\
\text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal baantjes.} \\
\text{Aan het einde van de week heeft ze 1.2 km gezwommen.} \\
\text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per baantje} \\
6.x = 1.2 \\
\Leftrightarrow x = \frac{1.2}{6} = 0.2 \\
\text{Sarah legt 0.2 km af per baantje}\)
- \(\text{Froukje heeft 7 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\
\text{Ze heeft een budget van maximaal 36 euro.} \\
\text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\
7.x = 36 \\
\Leftrightarrow x = \frac{36}{7} = 5.14 \\
\text{Froukje kan maximaal 5.14 euro uitgeven aan een meter stof}\)
- \(\text{Sarah gaat 3 dagen in de week lopen.} \\
\text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondes.} \\
\text{Aan het einde van de week heeft ze 24 km gelopen.} \\
\text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per ronde} \\
3.x = 24 \\
\Leftrightarrow x = \frac{24}{3} = 8 \\
\text{Sarah legt 8 km af per ronde}\)