Instapvraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

  1. \(\text{Mila heeft 3 liter frisdrank nodig om mee te nemen naar een feestje.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 49 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de frisdrank per liter maximaal kosten?}\)
  2. \(\text{Mila heeft 6 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 70 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
  3. \(\text{Mila heeft 6 liter frisdrank nodig om mee te nemen naar een feestje.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 46 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de frisdrank per liter maximaal kosten?}\)
  4. \(\text{Maxim heeft 49 euro uitgegeven aan een nieuwe batterij voor zijn smartphone.} \\ \text{Er is nu nog 138 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\)
  5. \(\text{Nihad gaat 3 dagen in de week fietsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal tourkes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 36 km gefietst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  6. \(\text{Lina heeft 4 liter frisdrank nodig om mee te nemen naar een feestje.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 82 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de frisdrank per liter maximaal kosten?}\)
  7. \(\text{Sarah gaat 6 dagen in de week lopen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 48 km gelopen.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  8. \(\text{Lina heeft 5 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 70 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
  9. \(\text{Froukje heeft 5 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 68 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)
  10. \(\text{Froukje heeft 6 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 75 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
  11. \(\text{Maxim heeft 52 euro uitgegeven aan een kerstcadeau voor een vriendin.} \\ \text{Er is nu nog 274 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\)
  12. \(\text{Ayman heeft 38 euro uitgegeven aan een spidermanpak.} \\ \text{Er is nu nog 277 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Ayman voor de aankoop?}\)

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

Verbetersleutel

  1. \(\text{Mila heeft 3 liter frisdrank nodig om mee te nemen naar een feestje.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 49 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de frisdrank per liter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per frisdrank} \\ 3.x = 49 \\ \Leftrightarrow x = \frac{49}{3} = 16.33 \\ \text{Mila kan maximaal 16.33 euro uitgeven aan een liter frisdrank}\)
  2. \(\text{Mila heeft 6 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 70 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\ 6.x = 70 \\ \Leftrightarrow x = \frac{70}{6} = 11.67 \\ \text{Mila kan maximaal 11.67 euro uitgeven aan een meter stof}\)
  3. \(\text{Mila heeft 6 liter frisdrank nodig om mee te nemen naar een feestje.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 46 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de frisdrank per liter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per frisdrank} \\ 6.x = 46 \\ \Leftrightarrow x = \frac{46}{6} = 7.67 \\ \text{Mila kan maximaal 7.67 euro uitgeven aan een liter frisdrank}\)
  4. \(\text{Maxim heeft 49 euro uitgegeven aan een nieuwe batterij voor zijn smartphone.} \\ \text{Er is nu nog 138 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Maxim voor de aankoop} \\ x - 49 = 138 \\ \Leftrightarrow x = 138 + 49 = 187 \\ \text{Maxim had 187 euro}\)
  5. \(\text{Nihad gaat 3 dagen in de week fietsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal tourkes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 36 km gefietst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per tourke} \\ 3.x = 36 \\ \Leftrightarrow x = \frac{36}{3} = 12 \\ \text{Nihad legt 12 km af per tourke}\)
  6. \(\text{Lina heeft 4 liter frisdrank nodig om mee te nemen naar een feestje.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 82 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de frisdrank per liter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per frisdrank} \\ 4.x = 82 \\ \Leftrightarrow x = \frac{82}{4} = 20.5 \\ \text{Lina kan maximaal 20.5 euro uitgeven aan een liter frisdrank}\)
  7. \(\text{Sarah gaat 6 dagen in de week lopen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 48 km gelopen.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per ronde} \\ 6.x = 48 \\ \Leftrightarrow x = \frac{48}{6} = 8 \\ \text{Sarah legt 8 km af per ronde}\)
  8. \(\text{Lina heeft 5 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 70 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\ 5.x = 70 \\ \Leftrightarrow x = \frac{70}{5} = 14 \\ \text{Lina kan maximaal 14 euro uitgeven aan een meter stof}\)
  9. \(\text{Froukje heeft 5 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 68 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 5.x = 68 \\ \Leftrightarrow x = \frac{68}{5} = 13.6 \\ \text{Froukje kan maximaal 13.6 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
  10. \(\text{Froukje heeft 6 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 75 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\ 6.x = 75 \\ \Leftrightarrow x = \frac{75}{6} = 12.5 \\ \text{Froukje kan maximaal 12.5 euro uitgeven aan een meter stof}\)
  11. \(\text{Maxim heeft 52 euro uitgegeven aan een kerstcadeau voor een vriendin.} \\ \text{Er is nu nog 274 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Maxim voor de aankoop} \\ x - 52 = 274 \\ \Leftrightarrow x = 274 + 52 = 326 \\ \text{Maxim had 326 euro}\)
  12. \(\text{Ayman heeft 38 euro uitgegeven aan een spidermanpak.} \\ \text{Er is nu nog 277 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Ayman voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Ayman voor de aankoop} \\ x - 38 = 277 \\ \Leftrightarrow x = 277 + 38 = 315 \\ \text{Ayman had 315 euro}\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-12-28 04:45:08
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen