Eenvoudige vraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

  1. \(\) het verschil van het zevenvoud van een getal en tien is gelijk aan de som van een zesde van het getal en 277. Wat is het getal?\(\)
  2. \(\)je betaalt 20 eurocent voor een zakje chips. De kassierster geeft je 3 eurocent terug. Hoeveel kost een zakje chips ?\(\)
  3. \(\) het verschil van het drievoud van een getal en tien is gelijk aan de som van een zesde van het getal en 41. Wat is het getal?\(\)
  4. \(\)als je een negende van een getal aftrekt van een zevende van dat getal, dan krijg je 6 . Wat is dat getal? \(\)
  5. \(\) het verschil van het viervoud van een getal en vijf is gelijk aan de som van een zevende van het getal en 49. Wat is het getal?\(\)
  6. \(\) het verschil van het negenvoud van een getal en acht is gelijk aan de som van een vijfde van het getal en 300. Wat is het getal?\(\)
  7. \(\)Ilias is x jaar. Zijn zus is 4 jaar jonger. Samen zijn ze 28 jaar. Hoe oud is Ilias ?\(\)
  8. \(\)je betaalt 45 eurocent voor een cola, maar de kassierster zegt dat je 8 eurocent tekortkomt. Hoeveel kost een cola ?\(\)
  9. \(\)de som van drie opeenvolgende gehele getallen is 33. Wat zijn die getallen?\(\)
  10. \(\)Joran is x jaar. Zijn zus is 3 jaar ouder. Samen zijn ze 35 jaar. Hoe oud is Joran ?\(\)
  11. \(\)als je een tiende van een getal aftrekt van een zevende van dat getal, dan krijg je 3 . Wat is dat getal? \(\)
  12. \(\)als je een getal vermeerdert met 45 bekom je 66. Wat is het getal?\(\)

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

Verbetersleutel

  1. \( 7 x-10=\frac{x}{6}+277 \overset{\mbox{ .6 }}{ \Leftrightarrow } 42x-60=x+1662 \Leftrightarrow 42x-x=1662+60 \Leftrightarrow 41x=1722 \Leftrightarrow x=42\)
  2. \(x=20 - 3 \Leftrightarrow x=17\)
  3. \( 3 x-10=\frac{x}{6}+41 \overset{\mbox{ .6 }}{ \Leftrightarrow } 18x-60=x+246 \Leftrightarrow 18x-x=246+60 \Leftrightarrow 17x=306 \Leftrightarrow x=18\)
  4. \( \frac{1}{7}x-\frac{1}{9}x=6 \overset{\mbox{ .63 }}{ \Leftrightarrow } 9x-7x=378 \Leftrightarrow 2x=378 \Leftrightarrow x=189\)
  5. \( 4 x-5=\frac{x}{7}+49 \overset{\mbox{ .7 }}{ \Leftrightarrow } 28x-35=x+343 \Leftrightarrow 28x-x=343+35 \Leftrightarrow 27x=378 \Leftrightarrow x=14\)
  6. \( 9 x-8=\frac{x}{5}+300 \overset{\mbox{ .5 }}{ \Leftrightarrow } 45x-40=x+1500 \Leftrightarrow 45x-x=1500+40 \Leftrightarrow 44x=1540 \Leftrightarrow x=35\)
  7. \(x+x-4 = 28\Leftrightarrow 2x-4=28 \Leftrightarrow 2x = 32\Leftrightarrow x = 16 \text{ Ilias is 16 jaar}\)
  8. \(x=45 + 8 \Leftrightarrow x=53\)
  9. \(x+x+1+x+2 = 33\Leftrightarrow 3x+3=33 \Leftrightarrow 3x = 30\Leftrightarrow x = 10 \text{ De getallen zijn 10, 11 en 12}\)
  10. \(x+x+3 = 35\Leftrightarrow 2x+3=35 \Leftrightarrow 2x = 32\Leftrightarrow x = 16 \text{ Joran is 16 jaar}\)
  11. \( \frac{1}{7}x-\frac{1}{10}x=3 \overset{\mbox{ .70 }}{ \Leftrightarrow } 10x-7x=210 \Leftrightarrow 3x=210 \Leftrightarrow x=70\)
  12. \(x+45 = 66\Leftrightarrow x=66- 45 \Leftrightarrow x = 21\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2024-05-13 17:09:57
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen