Instapvraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

  1. \(\text{Mila heeft 5 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 60 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
  2. \(\text{Mohamed heeft 39 euro uitgegeven aan een spelletje voor de PlayStation.} \\ \text{Er is nu nog 159 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Mohamed voor de aankoop?}\)
  3. \(\text{Froukje heeft 5 liter frisdrank nodig om mee te nemen naar een feestje.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 77 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de frisdrank per liter maximaal kosten?}\)
  4. \(\text{Mohamed heeft 24 euro uitgegeven aan een nieuwe batterij voor zijn smartphone.} \\ \text{Er is nu nog 281 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Mohamed voor de aankoop?}\)
  5. \(\text{Warinda heeft 7 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 75 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
  6. \(\text{Loubna gaat 3 dagen in de week lopen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 15 km gelopen.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  7. \(\text{Loubna gaat 5 dagen in de week zwemmen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal baantjes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 1.5 km gezwommen.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  8. \(\text{Mila heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 71 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)
  9. \(\text{Nihad gaat 5 dagen in de week fietsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal tourkes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 60 km gefietst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  10. \(\text{Nihad gaat 4 dagen in de week zwemmen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal baantjes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 1.6 km gezwommen.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  11. \(\text{Wouter heeft 42 euro uitgegeven aan een spidermanpak.} \\ \text{Er is nu nog 135 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Wouter voor de aankoop?}\)
  12. \(\text{Nihad gaat 5 dagen in de week schaatsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondjes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 17.5 km geschaatst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

Verbetersleutel

  1. \(\text{Mila heeft 5 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 60 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\ 5.x = 60 \\ \Leftrightarrow x = \frac{60}{5} = 12 \\ \text{Mila kan maximaal 12 euro uitgeven aan een meter stof}\)
  2. \(\text{Mohamed heeft 39 euro uitgegeven aan een spelletje voor de PlayStation.} \\ \text{Er is nu nog 159 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Mohamed voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Mohamed voor de aankoop} \\ x - 39 = 159 \\ \Leftrightarrow x = 159 + 39 = 198 \\ \text{Mohamed had 198 euro}\)
  3. \(\text{Froukje heeft 5 liter frisdrank nodig om mee te nemen naar een feestje.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 77 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de frisdrank per liter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per frisdrank} \\ 5.x = 77 \\ \Leftrightarrow x = \frac{77}{5} = 15.4 \\ \text{Froukje kan maximaal 15.4 euro uitgeven aan een liter frisdrank}\)
  4. \(\text{Mohamed heeft 24 euro uitgegeven aan een nieuwe batterij voor zijn smartphone.} \\ \text{Er is nu nog 281 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Mohamed voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Mohamed voor de aankoop} \\ x - 24 = 281 \\ \Leftrightarrow x = 281 + 24 = 305 \\ \text{Mohamed had 305 euro}\)
  5. \(\text{Warinda heeft 7 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 75 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\ 7.x = 75 \\ \Leftrightarrow x = \frac{75}{7} = 10.71 \\ \text{Warinda kan maximaal 10.71 euro uitgeven aan een meter stof}\)
  6. \(\text{Loubna gaat 3 dagen in de week lopen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 15 km gelopen.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per ronde} \\ 3.x = 15 \\ \Leftrightarrow x = \frac{15}{3} = 5 \\ \text{Loubna legt 5 km af per ronde}\)
  7. \(\text{Loubna gaat 5 dagen in de week zwemmen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal baantjes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 1.5 km gezwommen.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per baantje} \\ 5.x = 1.5 \\ \Leftrightarrow x = \frac{1.5}{5} = 0.3 \\ \text{Loubna legt 0.3 km af per baantje}\)
  8. \(\text{Mila heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 71 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 7.x = 71 \\ \Leftrightarrow x = \frac{71}{7} = 10.14 \\ \text{Mila kan maximaal 10.14 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
  9. \(\text{Nihad gaat 5 dagen in de week fietsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal tourkes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 60 km gefietst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per tourke} \\ 5.x = 60 \\ \Leftrightarrow x = \frac{60}{5} = 12 \\ \text{Nihad legt 12 km af per tourke}\)
  10. \(\text{Nihad gaat 4 dagen in de week zwemmen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal baantjes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 1.6 km gezwommen.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per baantje} \\ 4.x = 1.6 \\ \Leftrightarrow x = \frac{1.6}{4} = 0.4 \\ \text{Nihad legt 0.4 km af per baantje}\)
  11. \(\text{Wouter heeft 42 euro uitgegeven aan een spidermanpak.} \\ \text{Er is nu nog 135 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Wouter voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Wouter voor de aankoop} \\ x - 42 = 135 \\ \Leftrightarrow x = 135 + 42 = 177 \\ \text{Wouter had 177 euro}\)
  12. \(\text{Nihad gaat 5 dagen in de week schaatsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondjes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 17.5 km geschaatst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per rondje} \\ 5.x = 17.5 \\ \Leftrightarrow x = \frac{17.5}{5} = 3.5 \\ \text{Nihad legt 3.5 km af per rondje}\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-11-08 02:48:16
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen