Eenvoudige vraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

  1. \(\)als je een zesde van een getal aftrekt van een derde van dat getal, dan krijg je 5 . Wat is dat getal? \(\)
  2. \(\)als je een getal vermeerdert met 30 bekom je 72. Wat is het getal?\(\)
  3. \(\)Sofiane is x jaar. Zijn zus is 5 jaar jonger. Samen zijn ze 19 jaar. Hoe oud is Sofiane ?\(\)
  4. \(\) het verschil van het vijfvoud van een getal en drie is gelijk aan de som van een vierde van het getal en 130. Wat is het getal?\(\)
  5. \(\)als je een vierde van een getal aftrekt van een helft van dat getal, dan krijg je 4 . Wat is dat getal? \(\)
  6. \(\)als je een negende van een getal aftrekt van een vijfde van dat getal, dan krijg je 4 . Wat is dat getal? \(\)
  7. \(\) het verschil van het zesvoud van een getal en zeven is gelijk aan de som van een vijfde van het getal en 80. Wat is het getal?\(\)
  8. \(\)als je een getal vermindert met 25 bekom je 24. Wat is het getal?\(\)
  9. \(\)als je een elfde van een getal aftrekt van een zesde van dat getal, dan krijg je 15 . Wat is dat getal? \(\)
  10. \(\)als je een negende van een getal aftrekt van een zevende van dat getal, dan krijg je 4 . Wat is dat getal? \(\)
  11. \(\)als je een achtste van een getal aftrekt van een derde van dat getal, dan krijg je 15 . Wat is dat getal? \(\)
  12. \(\) het verschil van het drievoud van een getal en vier is gelijk aan de som van een zesde van het getal en 98. Wat is het getal?\(\)

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

Verbetersleutel

  1. \( \frac{1}{3}x-\frac{1}{6}x=5 \overset{\mbox{ .6 }}{ \Leftrightarrow } 2x-1x=30 \Leftrightarrow 1x=30 \Leftrightarrow x=30\)
  2. \(x+30 = 72\Leftrightarrow x=72- 30 \Leftrightarrow x = 42\)
  3. \(x+x-5 = 19\Leftrightarrow 2x-5=19 \Leftrightarrow 2x = 24\Leftrightarrow x = 12 \text{ Sofiane is 12 jaar}\)
  4. \( 5 x-3=\frac{x}{4}+130 \overset{\mbox{ .4 }}{ \Leftrightarrow } 20x-12=x+520 \Leftrightarrow 20x-x=520+12 \Leftrightarrow 19x=532 \Leftrightarrow x=28\)
  5. \( \frac{1}{2}x-\frac{1}{4}x=4 \overset{\mbox{ .4 }}{ \Leftrightarrow } 2x-1x=16 \Leftrightarrow 1x=16 \Leftrightarrow x=16\)
  6. \( \frac{1}{5}x-\frac{1}{9}x=4 \overset{\mbox{ .45 }}{ \Leftrightarrow } 9x-5x=180 \Leftrightarrow 4x=180 \Leftrightarrow x=45\)
  7. \( 6 x-7=\frac{x}{5}+80 \overset{\mbox{ .5 }}{ \Leftrightarrow } 30x-35=x+400 \Leftrightarrow 30x-x=400+35 \Leftrightarrow 29x=435 \Leftrightarrow x=15\)
  8. \(x-25 = 24\Leftrightarrow x=24+ 25 \Leftrightarrow x = 49\)
  9. \( \frac{1}{6}x-\frac{1}{11}x=15 \overset{\mbox{ .66 }}{ \Leftrightarrow } 11x-6x=990 \Leftrightarrow 5x=990 \Leftrightarrow x=198\)
  10. \( \frac{1}{7}x-\frac{1}{9}x=4 \overset{\mbox{ .63 }}{ \Leftrightarrow } 9x-7x=252 \Leftrightarrow 2x=252 \Leftrightarrow x=126\)
  11. \( \frac{1}{3}x-\frac{1}{8}x=15 \overset{\mbox{ .24 }}{ \Leftrightarrow } 8x-3x=360 \Leftrightarrow 5x=360 \Leftrightarrow x=72\)
  12. \( 3 x-4=\frac{x}{6}+98 \overset{\mbox{ .6 }}{ \Leftrightarrow } 18x-24=x+588 \Leftrightarrow 18x-x=588+24 \Leftrightarrow 17x=612 \Leftrightarrow x=36\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2024-09-28 22:58:07
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen