Werk uit
\(\text {Bepaal het functievoorschrift van t(x) als de functie richtingscoëfficiënt 4 heeft en door het punt A(7,10) gaat.}\)
\(\text {Bepaal het functievoorschrift van t(x) als de functie richtingscoëfficiënt 4 heeft en door het punt A(7,10) gaat.}\\ \begin{align} \ & \text {Opstellen vergelijking: methode 1: invullen a = 4 en A(7,10)} \\ & y-y_1 = a(x-x_1) \\\Leftrightarrow & y -10 = 4(x -7) \\\Leftrightarrow & y = 4x-28+10\\\Leftrightarrow & y = 4x-18\\& t(x) = 4x-18\\& \text {Opstellen vergelijking: methode 2 invullen a = 4 en A(7,10)} \\ & y= ax + b \\\Leftrightarrow & y = 4x +b \\\Leftrightarrow & 10 = 4 \cdot 7 +b \\\Leftrightarrow & 10 = 28+b \\\Leftrightarrow & b = -18\\\Rightarrow & y = 4x-18\\& t(x) = 4x-18\end{align} \\\)