Reken uit
- \(\)In een school met 540 leerlingen zijn \(\frac{5}{6}\) van de leerlingen meisjes. Hiervan zijn er \(\frac{8}{9}\) die met de fiets naar school komen. Hoeveel meisjes die met de fiets naar school komen zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 405 werknemers zijn \(\frac{1}{9}\) van de werknemers vrouwen. Hiervan zijn er \(\frac{3}{5}\) die minstens 2 kinderen hebben. Hoeveel vrouwen die minstens 2 kinderen hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een school met 180 leerlingen zijn \(\frac{1}{3}\) van de leerlingen jongens. Hiervan zijn er \(\frac{2}{10}\) die eten van thuis meenemen. Hoeveel jongens die eten van thuis meenemen zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 384 dozen zijn \(\frac{2}{6}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{5}{8}\) die gedeukt zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een school met 336 leerlingen zijn \(\frac{5}{7}\) van de leerlingen meisjes. Hiervan zijn er \(\frac{6}{8}\) die met de fiets naar school komen. Hoeveel meisjes die met de fiets naar school komen zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 320 stukken snoepgoed zijn \(\frac{4}{10}\) van de stukken snoepgoed koekjes. Hiervan zijn er \(\frac{3}{4}\) die een ronde vorm hebben. Hoeveel koekjes die een ronde vorm hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 210 werknemers zijn \(\frac{4}{7}\) van de werknemers mannen. Hiervan zijn er \(\frac{1}{3}\) die minstens 2 kinderen hebben. Hoeveel mannen die minstens 2 kinderen hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 189 dozen zijn \(\frac{7}{9}\) van de dozen metalen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{2}{7}\) die gedeukt zijn. Hoeveel metalen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een school met 560 leerlingen zijn \(\frac{5}{7}\) van de leerlingen meisjes. Hiervan zijn er \(\frac{8}{10}\) die eten van thuis meenemen. Hoeveel meisjes die eten van thuis meenemen zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 108 werknemers zijn \(\frac{2}{3}\) van de werknemers mannen. Hiervan zijn er \(\frac{3}{4}\) die minstens 3 talen spreken. Hoeveel mannen die minstens 3 talen spreken zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 288 dozen zijn \(\frac{6}{8}\) van de dozen metalen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{3}{4}\) die gedeukt zijn. Hoeveel metalen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 512 dozen zijn \(\frac{3}{8}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{6}{8}\) die gebarsten zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gebarsten zijn zijn er?\(\)
Reken uit
Verbetersleutel
- \(\frac{5}{6}\times\frac{8}{9}\times 540=400\text{ meisjes die met de fiets naar school komen}\)
- \(\frac{1}{9}\times\frac{3}{5}\times 405=27\text{ vrouwen die minstens 2 kinderen hebben}\)
- \(\frac{1}{3}\times\frac{2}{10}\times 180=12\text{ jongens die eten van thuis meenemen}\)
- \(\frac{2}{6}\times\frac{5}{8}\times 384=80\text{ kartonnen doosjes die gedeukt zijn}\)
- \(\frac{5}{7}\times\frac{6}{8}\times 336=180\text{ meisjes die met de fiets naar school komen}\)
- \(\frac{4}{10}\times\frac{3}{4}\times 320=96\text{ koekjes die een ronde vorm hebben}\)
- \(\frac{4}{7}\times\frac{1}{3}\times 210=40\text{ mannen die minstens 2 kinderen hebben}\)
- \(\frac{7}{9}\times\frac{2}{7}\times 189=42\text{ metalen doosjes die gedeukt zijn}\)
- \(\frac{5}{7}\times\frac{8}{10}\times 560=320\text{ meisjes die eten van thuis meenemen}\)
- \(\frac{2}{3}\times\frac{3}{4}\times 108=54\text{ mannen die minstens 3 talen spreken}\)
- \(\frac{6}{8}\times\frac{3}{4}\times 288=162\text{ metalen doosjes die gedeukt zijn}\)
- \(\frac{3}{8}\times\frac{6}{8}\times 512=144\text{ kartonnen doosjes die gebarsten zijn}\)