Breuken (reeks 1)

Hoofdmenu Eentje per keer 

Reken uit

  1. \(\)In een bedrijf met 486 werknemers zijn \(\frac{3}{9}\) van de werknemers vrouwen. Hiervan zijn er \(\frac{3}{6}\) die minstens 3 talen spreken. Hoeveel vrouwen die minstens 3 talen spreken zijn er?\(\)
  2. \(\)In een doos met 140 prullen zijn \(\frac{3}{7}\) van de prullen polsbandjes. Hiervan zijn er \(\frac{1}{4}\) die fluoriscerend zijn. Hoeveel polsbandjes die fluoriscerend zijn zijn er?\(\)
  3. \(\)In een vrachtwagen met 729 dozen zijn \(\frac{3}{9}\) van de dozen metalen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{5}{9}\) die gedeukt zijn. Hoeveel metalen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
  4. \(\)In een school met 320 leerlingen zijn \(\frac{7}{8}\) van de leerlingen jongens. Hiervan zijn er \(\frac{2}{4}\) die eten van thuis meenemen. Hoeveel jongens die eten van thuis meenemen zijn er?\(\)
  5. \(\)In een doos met 378 prullen zijn \(\frac{7}{9}\) van de prullen polsbandjes. Hiervan zijn er \(\frac{4}{7}\) die fluoriscerend zijn. Hoeveel polsbandjes die fluoriscerend zijn zijn er?\(\)
  6. \(\)In een doos met 648 prullen zijn \(\frac{2}{8}\) van de prullen polsbandjes. Hiervan zijn er \(\frac{7}{9}\) die lekker ruiken. Hoeveel polsbandjes die lekker ruiken zijn er?\(\)
  7. \(\)In een vrachtwagen met 224 dozen zijn \(\frac{2}{7}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{7}{8}\) die gedeukt zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
  8. \(\)In een school met 400 leerlingen zijn \(\frac{4}{10}\) van de leerlingen meisjes. Hiervan zijn er \(\frac{3}{5}\) die eten van thuis meenemen. Hoeveel meisjes die eten van thuis meenemen zijn er?\(\)
  9. \(\)In een doos met 192 stukken snoepgoed zijn \(\frac{7}{8}\) van de stukken snoepgoed gele snoepjes. Hiervan zijn er \(\frac{3}{6}\) die een vierkante vorm hebben. Hoeveel gele snoepjes die een vierkante vorm hebben zijn er?\(\)
  10. \(\)In een vrachtwagen met 196 dozen zijn \(\frac{3}{4}\) van de dozen metalen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{5}{7}\) die gedeukt zijn. Hoeveel metalen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
  11. \(\)In een doos met 480 stukken snoepgoed zijn \(\frac{5}{6}\) van de stukken snoepgoed koekjes. Hiervan zijn er \(\frac{4}{8}\) die een vierkante vorm hebben. Hoeveel koekjes die een vierkante vorm hebben zijn er?\(\)
  12. \(\)In een doos met 45 prullen zijn \(\frac{2}{3}\) van de prullen polsbandjes. Hiervan zijn er \(\frac{2}{5}\) die lekker ruiken. Hoeveel polsbandjes die lekker ruiken zijn er?\(\)

Reken uit

Verbetersleutel

  1. \(\frac{3}{9}\times\frac{3}{6}\times 486=81\text{ vrouwen die minstens 3 talen spreken}\)
  2. \(\frac{3}{7}\times\frac{1}{4}\times 140=15\text{ polsbandjes die fluoriscerend zijn}\)
  3. \(\frac{3}{9}\times\frac{5}{9}\times 729=135\text{ metalen doosjes die gedeukt zijn}\)
  4. \(\frac{7}{8}\times\frac{2}{4}\times 320=140\text{ jongens die eten van thuis meenemen}\)
  5. \(\frac{7}{9}\times\frac{4}{7}\times 378=168\text{ polsbandjes die fluoriscerend zijn}\)
  6. \(\frac{2}{8}\times\frac{7}{9}\times 648=126\text{ polsbandjes die lekker ruiken}\)
  7. \(\frac{2}{7}\times\frac{7}{8}\times 224=56\text{ kartonnen doosjes die gedeukt zijn}\)
  8. \(\frac{4}{10}\times\frac{3}{5}\times 400=96\text{ meisjes die eten van thuis meenemen}\)
  9. \(\frac{7}{8}\times\frac{3}{6}\times 192=84\text{ gele snoepjes die een vierkante vorm hebben}\)
  10. \(\frac{3}{4}\times\frac{5}{7}\times 196=105\text{ metalen doosjes die gedeukt zijn}\)
  11. \(\frac{5}{6}\times\frac{4}{8}\times 480=200\text{ koekjes die een vierkante vorm hebben}\)
  12. \(\frac{2}{3}\times\frac{2}{5}\times 45=12\text{ polsbandjes die lekker ruiken}\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-12-06 04:13:20
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen