Reken uit
- \(\)In een bedrijf met 490 werknemers zijn \(\frac{3}{7}\) van de werknemers vrouwen. Hiervan zijn er \(\frac{6}{10}\) die minstens 3 talen spreken. Hoeveel vrouwen die minstens 3 talen spreken zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 90 dozen zijn \(\frac{1}{3}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{1}{5}\) die gedeukt zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 486 prullen zijn \(\frac{5}{6}\) van de prullen polsbandjes. Hiervan zijn er \(\frac{8}{9}\) die fluoriscerend zijn. Hoeveel polsbandjes die fluoriscerend zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 315 prullen zijn \(\frac{5}{9}\) van de prullen sleutelhangers. Hiervan zijn er \(\frac{4}{5}\) die lekker ruiken. Hoeveel sleutelhangers die lekker ruiken zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 504 werknemers zijn \(\frac{7}{8}\) van de werknemers mannen. Hiervan zijn er \(\frac{4}{9}\) die minstens 3 talen spreken. Hoeveel mannen die minstens 3 talen spreken zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 120 prullen zijn \(\frac{1}{4}\) van de prullen sleutelhangers. Hiervan zijn er \(\frac{2}{5}\) die fluoriscerend zijn. Hoeveel sleutelhangers die fluoriscerend zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 504 werknemers zijn \(\frac{6}{8}\) van de werknemers vrouwen. Hiervan zijn er \(\frac{4}{7}\) die minstens 2 kinderen hebben. Hoeveel vrouwen die minstens 2 kinderen hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 420 stukken snoepgoed zijn \(\frac{1}{6}\) van de stukken snoepgoed koekjes. Hiervan zijn er \(\frac{5}{7}\) die een vierkante vorm hebben. Hoeveel koekjes die een vierkante vorm hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 250 dozen zijn \(\frac{6}{10}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{2}{5}\) die gedeukt zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 320 prullen zijn \(\frac{1}{8}\) van de prullen sleutelhangers. Hiervan zijn er \(\frac{6}{8}\) die lekker ruiken. Hoeveel sleutelhangers die lekker ruiken zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 168 dozen zijn \(\frac{3}{7}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{5}{8}\) die gebarsten zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gebarsten zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 560 prullen zijn \(\frac{5}{10}\) van de prullen polsbandjes. Hiervan zijn er \(\frac{3}{7}\) die lekker ruiken. Hoeveel polsbandjes die lekker ruiken zijn er?\(\)
Reken uit
Verbetersleutel
- \(\frac{3}{7}\times\frac{6}{10}\times 490=126\text{ vrouwen die minstens 3 talen spreken}\)
- \(\frac{1}{3}\times\frac{1}{5}\times 90=6\text{ kartonnen doosjes die gedeukt zijn}\)
- \(\frac{5}{6}\times\frac{8}{9}\times 486=360\text{ polsbandjes die fluoriscerend zijn}\)
- \(\frac{5}{9}\times\frac{4}{5}\times 315=140\text{ sleutelhangers die lekker ruiken}\)
- \(\frac{7}{8}\times\frac{4}{9}\times 504=196\text{ mannen die minstens 3 talen spreken}\)
- \(\frac{1}{4}\times\frac{2}{5}\times 120=12\text{ sleutelhangers die fluoriscerend zijn}\)
- \(\frac{6}{8}\times\frac{4}{7}\times 504=216\text{ vrouwen die minstens 2 kinderen hebben}\)
- \(\frac{1}{6}\times\frac{5}{7}\times 420=50\text{ koekjes die een vierkante vorm hebben}\)
- \(\frac{6}{10}\times\frac{2}{5}\times 250=60\text{ kartonnen doosjes die gedeukt zijn}\)
- \(\frac{1}{8}\times\frac{6}{8}\times 320=30\text{ sleutelhangers die lekker ruiken}\)
- \(\frac{3}{7}\times\frac{5}{8}\times 168=45\text{ kartonnen doosjes die gebarsten zijn}\)
- \(\frac{5}{10}\times\frac{3}{7}\times 560=120\text{ polsbandjes die lekker ruiken}\)