Reken uit
- \(\)In een doos met 175 prullen zijn \(\frac{3}{5}\) van de prullen polsbandjes. Hiervan zijn er \(\frac{3}{7}\) die lekker ruiken. Hoeveel polsbandjes die lekker ruiken zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 720 stukken snoepgoed zijn \(\frac{8}{9}\) van de stukken snoepgoed koekjes. Hiervan zijn er \(\frac{9}{10}\) die een vierkante vorm hebben. Hoeveel koekjes die een vierkante vorm hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 432 dozen zijn \(\frac{2}{6}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{7}{8}\) die gedeukt zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 120 dozen zijn \(\frac{2}{4}\) van de dozen metalen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{4}{6}\) die gebarsten zijn. Hoeveel metalen doosjes die gebarsten zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een school met 216 leerlingen zijn \(\frac{6}{9}\) van de leerlingen meisjes. Hiervan zijn er \(\frac{7}{8}\) die met de fiets naar school komen. Hoeveel meisjes die met de fiets naar school komen zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 315 prullen zijn \(\frac{2}{5}\) van de prullen polsbandjes. Hiervan zijn er \(\frac{7}{9}\) die fluoriscerend zijn. Hoeveel polsbandjes die fluoriscerend zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 162 dozen zijn \(\frac{7}{9}\) van de dozen metalen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{2}{3}\) die gebarsten zijn. Hoeveel metalen doosjes die gebarsten zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 72 stukken snoepgoed zijn \(\frac{1}{3}\) van de stukken snoepgoed gele snoepjes. Hiervan zijn er \(\frac{1}{6}\) die een vierkante vorm hebben. Hoeveel gele snoepjes die een vierkante vorm hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 256 dozen zijn \(\frac{1}{4}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{5}{8}\) die gedeukt zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 400 werknemers zijn \(\frac{8}{10}\) van de werknemers mannen. Hiervan zijn er \(\frac{5}{10}\) die minstens 2 kinderen hebben. Hoeveel mannen die minstens 2 kinderen hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 288 stukken snoepgoed zijn \(\frac{7}{9}\) van de stukken snoepgoed gele snoepjes. Hiervan zijn er \(\frac{2}{4}\) die een ronde vorm hebben. Hoeveel gele snoepjes die een ronde vorm hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een school met 320 leerlingen zijn \(\frac{3}{8}\) van de leerlingen meisjes. Hiervan zijn er \(\frac{5}{8}\) die eten van thuis meenemen. Hoeveel meisjes die eten van thuis meenemen zijn er?\(\)
Reken uit
Verbetersleutel
- \(\frac{3}{5}\times\frac{3}{7}\times 175=45\text{ polsbandjes die lekker ruiken}\)
- \(\frac{8}{9}\times\frac{9}{10}\times 720=576\text{ koekjes die een vierkante vorm hebben}\)
- \(\frac{2}{6}\times\frac{7}{8}\times 432=126\text{ kartonnen doosjes die gedeukt zijn}\)
- \(\frac{2}{4}\times\frac{4}{6}\times 120=40\text{ metalen doosjes die gebarsten zijn}\)
- \(\frac{6}{9}\times\frac{7}{8}\times 216=126\text{ meisjes die met de fiets naar school komen}\)
- \(\frac{2}{5}\times\frac{7}{9}\times 315=98\text{ polsbandjes die fluoriscerend zijn}\)
- \(\frac{7}{9}\times\frac{2}{3}\times 162=84\text{ metalen doosjes die gebarsten zijn}\)
- \(\frac{1}{3}\times\frac{1}{6}\times 72=4\text{ gele snoepjes die een vierkante vorm hebben}\)
- \(\frac{1}{4}\times\frac{5}{8}\times 256=40\text{ kartonnen doosjes die gedeukt zijn}\)
- \(\frac{8}{10}\times\frac{5}{10}\times 400=160\text{ mannen die minstens 2 kinderen hebben}\)
- \(\frac{7}{9}\times\frac{2}{4}\times 288=112\text{ gele snoepjes die een ronde vorm hebben}\)
- \(\frac{3}{8}\times\frac{5}{8}\times 320=75\text{ meisjes die eten van thuis meenemen}\)