Reken uit
- \(\)In een doos met 300 stukken snoepgoed zijn \(\frac{7}{10}\) van de stukken snoepgoed koekjes. Hiervan zijn er \(\frac{4}{6}\) die een ronde vorm hebben. Hoeveel koekjes die een ronde vorm hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 240 stukken snoepgoed zijn \(\frac{3}{8}\) van de stukken snoepgoed koekjes. Hiervan zijn er \(\frac{3}{6}\) die een ronde vorm hebben. Hoeveel koekjes die een ronde vorm hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 216 stukken snoepgoed zijn \(\frac{5}{9}\) van de stukken snoepgoed gele snoepjes. Hiervan zijn er \(\frac{1}{3}\) die een vierkante vorm hebben. Hoeveel gele snoepjes die een vierkante vorm hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 486 werknemers zijn \(\frac{8}{9}\) van de werknemers mannen. Hiervan zijn er \(\frac{1}{6}\) die minstens 2 kinderen hebben. Hoeveel mannen die minstens 2 kinderen hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 162 dozen zijn \(\frac{4}{6}\) van de dozen metalen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{2}{3}\) die gedeukt zijn. Hoeveel metalen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 270 stukken snoepgoed zijn \(\frac{3}{10}\) van de stukken snoepgoed gele snoepjes. Hiervan zijn er \(\frac{1}{3}\) die een ronde vorm hebben. Hoeveel gele snoepjes die een ronde vorm hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 200 prullen zijn \(\frac{4}{10}\) van de prullen polsbandjes. Hiervan zijn er \(\frac{3}{5}\) die fluoriscerend zijn. Hoeveel polsbandjes die fluoriscerend zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een school met 480 leerlingen zijn \(\frac{7}{10}\) van de leerlingen meisjes. Hiervan zijn er \(\frac{3}{8}\) die eten van thuis meenemen. Hoeveel meisjes die eten van thuis meenemen zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 72 prullen zijn \(\frac{2}{4}\) van de prullen sleutelhangers. Hiervan zijn er \(\frac{5}{6}\) die fluoriscerend zijn. Hoeveel sleutelhangers die fluoriscerend zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 448 dozen zijn \(\frac{1}{8}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{2}{8}\) die gedeukt zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 150 werknemers zijn \(\frac{4}{5}\) van de werknemers vrouwen. Hiervan zijn er \(\frac{2}{6}\) die minstens 3 talen spreken. Hoeveel vrouwen die minstens 3 talen spreken zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 72 werknemers zijn \(\frac{2}{3}\) van de werknemers mannen. Hiervan zijn er \(\frac{1}{4}\) die minstens 3 talen spreken. Hoeveel mannen die minstens 3 talen spreken zijn er?\(\)
Reken uit
Verbetersleutel
- \(\frac{7}{10}\times\frac{4}{6}\times 300=140\text{ koekjes die een ronde vorm hebben}\)
- \(\frac{3}{8}\times\frac{3}{6}\times 240=45\text{ koekjes die een ronde vorm hebben}\)
- \(\frac{5}{9}\times\frac{1}{3}\times 216=40\text{ gele snoepjes die een vierkante vorm hebben}\)
- \(\frac{8}{9}\times\frac{1}{6}\times 486=72\text{ mannen die minstens 2 kinderen hebben}\)
- \(\frac{4}{6}\times\frac{2}{3}\times 162=72\text{ metalen doosjes die gedeukt zijn}\)
- \(\frac{3}{10}\times\frac{1}{3}\times 270=27\text{ gele snoepjes die een ronde vorm hebben}\)
- \(\frac{4}{10}\times\frac{3}{5}\times 200=48\text{ polsbandjes die fluoriscerend zijn}\)
- \(\frac{7}{10}\times\frac{3}{8}\times 480=126\text{ meisjes die eten van thuis meenemen}\)
- \(\frac{2}{4}\times\frac{5}{6}\times 72=30\text{ sleutelhangers die fluoriscerend zijn}\)
- \(\frac{1}{8}\times\frac{2}{8}\times 448=14\text{ kartonnen doosjes die gedeukt zijn}\)
- \(\frac{4}{5}\times\frac{2}{6}\times 150=40\text{ vrouwen die minstens 3 talen spreken}\)
- \(\frac{2}{3}\times\frac{1}{4}\times 72=12\text{ mannen die minstens 3 talen spreken}\)