Breuken (reeks 1)

Hoofdmenu Eentje per keer 

Reken uit

  1. \(\)In een doos met 720 prullen zijn \(\frac{7}{9}\) van de prullen polsbandjes. Hiervan zijn er \(\frac{9}{10}\) die fluoriscerend zijn. Hoeveel polsbandjes die fluoriscerend zijn zijn er?\(\)
  2. \(\)In een bedrijf met 504 werknemers zijn \(\frac{5}{8}\) van de werknemers vrouwen. Hiervan zijn er \(\frac{2}{9}\) die minstens 3 talen spreken. Hoeveel vrouwen die minstens 3 talen spreken zijn er?\(\)
  3. \(\)In een doos met 120 prullen zijn \(\frac{1}{4}\) van de prullen sleutelhangers. Hiervan zijn er \(\frac{5}{10}\) die lekker ruiken. Hoeveel sleutelhangers die lekker ruiken zijn er?\(\)
  4. \(\)In een school met 240 leerlingen zijn \(\frac{4}{10}\) van de leerlingen jongens. Hiervan zijn er \(\frac{3}{6}\) die met de fiets naar school komen. Hoeveel jongens die met de fiets naar school komen zijn er?\(\)
  5. \(\)In een doos met 147 prullen zijn \(\frac{4}{7}\) van de prullen polsbandjes. Hiervan zijn er \(\frac{1}{3}\) die fluoriscerend zijn. Hoeveel polsbandjes die fluoriscerend zijn zijn er?\(\)
  6. \(\)In een bedrijf met 270 werknemers zijn \(\frac{1}{5}\) van de werknemers vrouwen. Hiervan zijn er \(\frac{5}{9}\) die minstens 3 talen spreken. Hoeveel vrouwen die minstens 3 talen spreken zijn er?\(\)
  7. \(\)In een doos met 144 stukken snoepgoed zijn \(\frac{1}{8}\) van de stukken snoepgoed gele snoepjes. Hiervan zijn er \(\frac{5}{6}\) die een vierkante vorm hebben. Hoeveel gele snoepjes die een vierkante vorm hebben zijn er?\(\)
  8. \(\)In een vrachtwagen met 378 dozen zijn \(\frac{5}{9}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{4}{6}\) die gedeukt zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
  9. \(\)In een vrachtwagen met 720 dozen zijn \(\frac{4}{10}\) van de dozen metalen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{2}{8}\) die gebarsten zijn. Hoeveel metalen doosjes die gebarsten zijn zijn er?\(\)
  10. \(\)In een vrachtwagen met 360 dozen zijn \(\frac{5}{9}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{1}{8}\) die gedeukt zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
  11. \(\)In een doos met 280 stukken snoepgoed zijn \(\frac{5}{7}\) van de stukken snoepgoed gele snoepjes. Hiervan zijn er \(\frac{2}{4}\) die een vierkante vorm hebben. Hoeveel gele snoepjes die een vierkante vorm hebben zijn er?\(\)
  12. \(\)In een vrachtwagen met 180 dozen zijn \(\frac{3}{9}\) van de dozen metalen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{1}{5}\) die gedeukt zijn. Hoeveel metalen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)

Reken uit

Verbetersleutel

  1. \(\frac{7}{9}\times\frac{9}{10}\times 720=504\text{ polsbandjes die fluoriscerend zijn}\)
  2. \(\frac{5}{8}\times\frac{2}{9}\times 504=70\text{ vrouwen die minstens 3 talen spreken}\)
  3. \(\frac{1}{4}\times\frac{5}{10}\times 120=15\text{ sleutelhangers die lekker ruiken}\)
  4. \(\frac{4}{10}\times\frac{3}{6}\times 240=48\text{ jongens die met de fiets naar school komen}\)
  5. \(\frac{4}{7}\times\frac{1}{3}\times 147=28\text{ polsbandjes die fluoriscerend zijn}\)
  6. \(\frac{1}{5}\times\frac{5}{9}\times 270=30\text{ vrouwen die minstens 3 talen spreken}\)
  7. \(\frac{1}{8}\times\frac{5}{6}\times 144=15\text{ gele snoepjes die een vierkante vorm hebben}\)
  8. \(\frac{5}{9}\times\frac{4}{6}\times 378=140\text{ kartonnen doosjes die gedeukt zijn}\)
  9. \(\frac{4}{10}\times\frac{2}{8}\times 720=72\text{ metalen doosjes die gebarsten zijn}\)
  10. \(\frac{5}{9}\times\frac{1}{8}\times 360=25\text{ kartonnen doosjes die gedeukt zijn}\)
  11. \(\frac{5}{7}\times\frac{2}{4}\times 280=100\text{ gele snoepjes die een vierkante vorm hebben}\)
  12. \(\frac{3}{9}\times\frac{1}{5}\times 180=12\text{ metalen doosjes die gedeukt zijn}\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2024-12-04 01:14:31
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen