Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken
- \(\)Een veer (k = 6 N/m) verlengt 2000 mm .
Wat is de veerkracht? \(\)
- \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 2 kg op Mercurius (g = 2{,}78 N/kg)? \(\)
- \(\)Op Neptunus (g = 11 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 132 N.
Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
- \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Ilias met een kracht van 600 N.
Bilal trekt onder een hoek van 45° met een kracht van 800 N.
Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
- \(\)Een veer verlengt 96 dm
en ondervindt een veerkracht van 38{,}4 N.
Wat is de veerconstante? \(\)
- \(\)Dina en Inaya trekken aan weerszijden van een winkelkar.
Dina trekt met een kracht van 500 N, Inaya met een kracht van 700 N.
Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
- \(\)Een veer (k = 7 N/m) verlengt 4800 mm .
Wat is de veerkracht? \(\)
- \(\)Een veer (k = 12 N/m) ondervindt een veerkracht van 114 N.
Hoeveel m rekt zij uit? \(\)
- \(\)Op Jupiter (g = 22{,}9 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 160{,}3 N.
Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
- \(\)Een veer (k = 9 N/m) ondervindt een veerkracht van 14{,}4 N.
Hoeveel cm rekt zij uit? \(\)
- \(\)Een veer verlengt 150 cm
en ondervindt een veerkracht van 10{,}5 N.
Wat is de veerconstante? \(\)
- \(\)Op Mercurius (g = 2{,}78 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 50{,}04 N.
Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken
Verbetersleutel
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow F_V = (6 N/m ) . (2 m) = 12N
\\ \text{De veerkracht is 12N}\)
- \(F_Z = m . g = (2 kg) . (2{,}78 N/kg) = 5{,}56N
\\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Mercurius is 5{,}56N }\)
- \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{132N}{11 N/kg} = 12 kg
\\ \text{De massa van het voorwerp is 12 kg}\)
- \(\rightarrow F_{Ilias} = 600 N ; F_{Bilal} = 800 N \nearrow
\\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van ongeveer 1300 N (o.b.v. schets) }\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{38{,}4N}{9{,}6m}
= 4 N/m
\\ \text{De veerconstante is 4 N/m}\)
- \(\leftarrow F_{Dina} = 500 N ; F_{Inaya} = 700 N \rightarrow
\\F_R = 700 N - 500 N = 200 N
\\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 200 N naar Inaya toe}\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow F_V = (7 N/m ) . (4{,}8 m) = 33{,}6N
\\ \text{De veerkracht is 33{,}6N}\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{114 N}{12 N/m} = 9{,}5m
\\ \text{De veer rekt 9{,}5 m uit}\)
- \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{160{,}3N}{22{,}9 N/kg} = 7 kg
\\ \text{De massa van het voorwerp is 7 kg}\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{14{,}4 N}{9 N/m} = 1{,}6m =160 cm
\\ \text{De veer rekt 160 cm uit}\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{10{,}5N}{1{,}5m}
= 7 N/m
\\ \text{De veerconstante is 7 N/m}\)
- \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{50{,}04N}{2{,}78 N/kg} = 18 kg
\\ \text{De massa van het voorwerp is 18 kg}\)