Krachten

Hoofdmenu Eentje per keer 

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

  1. \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Robin met een kracht van 800 N. Imane staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 1000 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  2. \(\)Op Jupiter (g = 22{,}9 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 45{,}8 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  3. \(\)Een veer (k = 3 N/m) verlengt 3{,}7 m . Wat is de veerkracht? \(\)
  4. \(\)Rana en Anissa trekken aan weerszijden van een winkelkar. Rana trekt met een kracht van 300 N, Anissa met een kracht van 600 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  5. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 20 kg op Uranus (g = 7{,}77 N/kg)? \(\)
  6. \(\)Een veer verlengt 1{,}7 m en ondervindt een veerkracht van 8{,}5 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  7. \(\)Een veer verlengt 690 cm en ondervindt een veerkracht van 41{,}4 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  8. \(\)Op Jupiter (g = 22{,}9 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 320{,}6 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  9. \(\)Op Neptunus (g = 11 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 176 N. Bereken de zwaartekracht van het voorwerp op Venus (g = 8{,}6 N/kg). \(\)
  10. \(\)Een veer (k = 11 N/m) ondervindt een veerkracht van 40{,}7 N. Hoeveel mm rekt zij uit? \(\)
  11. \(\)Een veer (k = 13 N/m) ondervindt een veerkracht van 71{,}5 N. Hoeveel m rekt zij uit? \(\)
  12. \(\)Inaya en Ilias trekken aan weerszijden van een winkelkar. Inaya trekt met een kracht van 700 N, Ilias met een kracht van 400 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

Verbetersleutel

  1. \(\rightarrow F_{Robin} = 800 N ; F_{Imane} = 1000 N \rightarrow \\F_R = 800 N + 1000 N = 1800 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 1800 N naar Imane toe}\)
  2. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{45{,}8N}{22{,}9 N/kg} = 2 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 2 kg}\)
  3. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (3 N/m ) . (3{,}7 m) = 11{,}1N \\ \text{De veerkracht is 11{,}1N}\)
  4. \(\leftarrow F_{Rana} = 300 N ; F_{Anissa} = 600 N \rightarrow \\F_R = 600 N - 300 N = 300 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 300 N naar Anissa toe}\)
  5. \(F_Z = m . g = (20 kg) . (7{,}77 N/kg) = 155{,}4N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Uranus is 155{,}4N }\)
  6. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{8{,}5N}{1{,}7m} = 5 N/m \\ \text{De veerconstante is 5 N/m}\)
  7. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{41{,}4N}{6{,}9m} = 6 N/m \\ \text{De veerconstante is 6 N/m}\)
  8. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{320{,}6N}{22{,}9 N/kg} = 14 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 14 kg}\)
  9. \(m = \dfrac{F_Z}{8{,}6 N/kg} = \dfrac{176 N}{11 N/kg} \\ \Leftrightarrow F_Z = \dfrac{176 N .8{,}6 N/kg}{11 N/kg} = 137{,}6N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Venus is 137{,}6N }\)
  10. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{40{,}7 N}{11 N/m} = 3{,}7m =3700 mm \\ \text{De veer rekt 3700 mm uit}\)
  11. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{71{,}5 N}{13 N/m} = 5{,}5m \\ \text{De veer rekt 5{,}5 m uit}\)
  12. \(\leftarrow F_{Inaya} = 700 N ; F_{Ilias} = 400 N \rightarrow \\F_R = 400 N - 700 N = -300 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 300 N naar Inaya toe}\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-12-13 16:10:37
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen