Krachten

Hoofdmenu Eentje per keer 

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

  1. \(\)Op Neptunus (g = 11 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 143 N. Bereken de zwaartekracht van het voorwerp op Uranus (g = 7{,}77 N/kg). \(\)
  2. \(\)Een veer (k = 10 N/m) verlengt 730 cm . Wat is de veerkracht? \(\)
  3. \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Robin met een kracht van 400 N. Inaya staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 600 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  4. \(\)Een veer verlengt 22 dm en ondervindt een veerkracht van 26{,}4 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  5. \(\)Op Jupiter (g = 22{,}9 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 389{,}3 N. Bereken de zwaartekracht van het voorwerp op de maan (g = 1{,}62 N/kg). \(\)
  6. \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Rojin met een kracht van 500 N. Robin staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 800 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  7. \(\)Op Mercurius (g = 2{,}78 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 22{,}24 N. Bereken de zwaartekracht van het voorwerp op Venus (g = 8{,}6 N/kg). \(\)
  8. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Zaid met een kracht van 300 N. Dina trekt onder een hoek van 45° met een kracht van 1000 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  9. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 11 kg op Neptunus (g = 11 N/kg)? \(\)
  10. \(\)Een veer (k = 8 N/m) verlengt 410 cm . Wat is de veerkracht? \(\)
  11. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 2 kg op Aarde (g = 9{,}81 N/kg)? \(\)
  12. \(\)Nabil en Sofiane trekken aan weerszijden van een winkelkar. Nabil trekt met een kracht van 300 N, Sofiane met een kracht van 800 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

Verbetersleutel

  1. \(m = \dfrac{F_Z}{7{,}77 N/kg} = \dfrac{143 N}{11 N/kg} \\ \Leftrightarrow F_Z = \dfrac{143 N .7{,}77 N/kg}{11 N/kg} = 101{,}01N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Uranus is 101{,}01N }\)
  2. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (10 N/m ) . (7{,}3 m) = 73N \\ \text{De veerkracht is 73N}\)
  3. \(\rightarrow F_{Robin} = 400 N ; F_{Inaya} = 600 N \rightarrow \\F_R = 400 N + 600 N = 1000 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 1000 N naar Inaya toe}\)
  4. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{26{,}4N}{2{,}2m} = 12 N/m \\ \text{De veerconstante is 12 N/m}\)
  5. \(m = \dfrac{F_Z}{1{,}62 N/kg} = \dfrac{389{,}3 N}{22{,}9 N/kg} \\ \Leftrightarrow F_Z = \dfrac{389{,}3 N .1{,}62 N/kg}{22{,}9 N/kg} = 27{,}54N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op de maan is 27{,}54N }\)
  6. \(\rightarrow F_{Rojin} = 500 N ; F_{Robin} = 800 N \rightarrow \\F_R = 500 N + 800 N = 1300 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 1300 N naar Robin toe}\)
  7. \(m = \dfrac{F_Z}{8{,}6 N/kg} = \dfrac{22{,}24 N}{2{,}78 N/kg} \\ \Leftrightarrow F_Z = \dfrac{22{,}24 N .8{,}6 N/kg}{2{,}78 N/kg} = 68{,}8N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Venus is 68{,}8N }\)
  8. \(\rightarrow F_{Zaid} = 300 N ; F_{Dina} = 1000 N \nearrow \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van ongeveer 1230 N (o.b.v. schets) }\)
  9. \(F_Z = m . g = (11 kg) . (11 N/kg) = 121N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Neptunus is 121N }\)
  10. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (8 N/m ) . (4{,}1 m) = 32{,}8N \\ \text{De veerkracht is 32{,}8N}\)
  11. \(F_Z = m . g = (2 kg) . (9{,}81 N/kg) = 19{,}62N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Aarde is 19{,}62N }\)
  12. \(\leftarrow F_{Nabil} = 300 N ; F_{Sofiane} = 800 N \rightarrow \\F_R = 800 N - 300 N = 500 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 500 N naar Sofiane toe}\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-12-24 10:30:39
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen