Krachten

Hoofdmenu Eentje per keer 

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

  1. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 7 kg op Mercurius (g = 2{,}78 N/kg)? \(\)
  2. \(\)Nabil en Ilias trekken aan weerszijden van een winkelkar. Nabil trekt met een kracht van 700 N, Ilias met een kracht van 1000 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  3. \(\)Een veer (k = 7 N/m) ondervindt een veerkracht van 30{,}1 N. Hoeveel cm rekt zij uit? \(\)
  4. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Rojin met een kracht van 500 N. Sofiane trekt onder een hoek van 90° met een kracht van 300 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  5. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 6 kg op Neptunus (g = 11 N/kg)? \(\)
  6. \(\)Op Saturnus (g = 9{,}05 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 117{,}65 N. Bereken de zwaartekracht van het voorwerp op Mars (g = 3{,}72 N/kg). \(\)
  7. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Roukaya met een kracht van 500 N. Nada trekt onder een hoek van 45° met een kracht van 700 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  8. \(\)Op Jupiter (g = 22{,}9 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 160{,}3 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  9. \(\)Een veer (k = 11 N/m) verlengt 6800 mm . Wat is de veerkracht? \(\)
  10. \(\)Een veer (k = 6 N/m) verlengt 20 cm . Wat is de veerkracht? \(\)
  11. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Ilias met een kracht van 900 N. Nabil trekt onder een hoek van 90° met een kracht van 300 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  12. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Nabil met een kracht van 600 N. Ilias trekt onder een hoek van 90° met een kracht van 500 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

Verbetersleutel

  1. \(F_Z = m . g = (7 kg) . (2{,}78 N/kg) = 19{,}46N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Mercurius is 19{,}46N }\)
  2. \(\leftarrow F_{Nabil} = 700 N ; F_{Ilias} = 1000 N \rightarrow \\F_R = 1000 N - 700 N = 300 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 300 N naar Ilias toe}\)
  3. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{30{,}1 N}{7 N/m} = 4{,}3m =430 cm \\ \text{De veer rekt 430 cm uit}\)
  4. \(\rightarrow F_{Rojin} = 500 N ; F_{Sofiane} = 300 N \uparrow \\F_R = \sqrt{500^2 + 300^2} N \text{(Pythagoras)} \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van (afgerond) 583{,}1 N }\)
  5. \(F_Z = m . g = (6 kg) . (11 N/kg) = 66N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Neptunus is 66N }\)
  6. \(m = \dfrac{F_Z}{3{,}72 N/kg} = \dfrac{117{,}65 N}{9{,}05 N/kg} \\ \Leftrightarrow F_Z = \dfrac{117{,}65 N .3{,}72 N/kg}{9{,}05 N/kg} = 48{,}36N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Mars is 48{,}36N }\)
  7. \(\rightarrow F_{Roukaya} = 500 N ; F_{Nada} = 700 N \nearrow \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van ongeveer 1110 N (o.b.v. schets) }\)
  8. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{160{,}3N}{22{,}9 N/kg} = 7 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 7 kg}\)
  9. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (11 N/m ) . (6{,}8 m) = 74{,}8N \\ \text{De veerkracht is 74{,}8N}\)
  10. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (6 N/m ) . (0{,}2 m) = 1{,}2N \\ \text{De veerkracht is 1{,}2N}\)
  11. \(\rightarrow F_{Ilias} = 900 N ; F_{Nabil} = 300 N \uparrow \\F_R = \sqrt{900^2 + 300^2} N \text{(Pythagoras)} \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van (afgerond) 948{,}7 N }\)
  12. \(\rightarrow F_{Nabil} = 600 N ; F_{Ilias} = 500 N \uparrow \\F_R = \sqrt{600^2 + 500^2} N \text{(Pythagoras)} \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van (afgerond) 781 N }\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-11-20 16:27:14
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen