Krachten

Hoofdmenu Eentje per keer 

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

  1. \(\)Een veer (k = 6 N/m) verlengt 2000 mm . Wat is de veerkracht? \(\)
  2. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 2 kg op Mercurius (g = 2{,}78 N/kg)? \(\)
  3. \(\)Op Neptunus (g = 11 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 132 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  4. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Ilias met een kracht van 600 N. Bilal trekt onder een hoek van 45° met een kracht van 800 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  5. \(\)Een veer verlengt 96 dm en ondervindt een veerkracht van 38{,}4 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  6. \(\)Dina en Inaya trekken aan weerszijden van een winkelkar. Dina trekt met een kracht van 500 N, Inaya met een kracht van 700 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  7. \(\)Een veer (k = 7 N/m) verlengt 4800 mm . Wat is de veerkracht? \(\)
  8. \(\)Een veer (k = 12 N/m) ondervindt een veerkracht van 114 N. Hoeveel m rekt zij uit? \(\)
  9. \(\)Op Jupiter (g = 22{,}9 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 160{,}3 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  10. \(\)Een veer (k = 9 N/m) ondervindt een veerkracht van 14{,}4 N. Hoeveel cm rekt zij uit? \(\)
  11. \(\)Een veer verlengt 150 cm en ondervindt een veerkracht van 10{,}5 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  12. \(\)Op Mercurius (g = 2{,}78 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 50{,}04 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

Verbetersleutel

  1. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (6 N/m ) . (2 m) = 12N \\ \text{De veerkracht is 12N}\)
  2. \(F_Z = m . g = (2 kg) . (2{,}78 N/kg) = 5{,}56N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Mercurius is 5{,}56N }\)
  3. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{132N}{11 N/kg} = 12 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 12 kg}\)
  4. \(\rightarrow F_{Ilias} = 600 N ; F_{Bilal} = 800 N \nearrow \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van ongeveer 1300 N (o.b.v. schets) }\)
  5. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{38{,}4N}{9{,}6m} = 4 N/m \\ \text{De veerconstante is 4 N/m}\)
  6. \(\leftarrow F_{Dina} = 500 N ; F_{Inaya} = 700 N \rightarrow \\F_R = 700 N - 500 N = 200 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 200 N naar Inaya toe}\)
  7. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (7 N/m ) . (4{,}8 m) = 33{,}6N \\ \text{De veerkracht is 33{,}6N}\)
  8. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{114 N}{12 N/m} = 9{,}5m \\ \text{De veer rekt 9{,}5 m uit}\)
  9. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{160{,}3N}{22{,}9 N/kg} = 7 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 7 kg}\)
  10. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{14{,}4 N}{9 N/m} = 1{,}6m =160 cm \\ \text{De veer rekt 160 cm uit}\)
  11. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{10{,}5N}{1{,}5m} = 7 N/m \\ \text{De veerconstante is 7 N/m}\)
  12. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{50{,}04N}{2{,}78 N/kg} = 18 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 18 kg}\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-11-15 06:13:12
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen