Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken
- \(\)Op Neptunus (g = 11 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 44 N.
Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
- \(\)Een veer verlengt 140 cm
en ondervindt een veerkracht van 4{,}2 N.
Wat is de veerconstante? \(\)
- \(\)Een veer (k = 2 N/m) verlengt 6100 mm .
Wat is de veerkracht? \(\)
- \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 18 kg op Neptunus (g = 11 N/kg)? \(\)
- \(\)Een veer verlengt 210 cm
en ondervindt een veerkracht van 21 N.
Wat is de veerconstante? \(\)
- \(\)Robin en Roukaya trekken aan weerszijden van een winkelkar.
Robin trekt met een kracht van 1000 N, Roukaya met een kracht van 700 N.
Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
- \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Rojin met een kracht van 900 N.
Roukaya staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 600 N.
Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
- \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Anissa met een kracht van 900 N.
Roukaya trekt onder een hoek van 45° met een kracht van 300 N.
Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
- \(\)Op Neptunus (g = 11 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 143 N.
Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
- \(\)Een veer (k = 4 N/m) verlengt 3800 mm .
Wat is de veerkracht? \(\)
- \(\)Op Uranus (g = 7{,}77 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 77{,}7 N.
Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
- \(\)Een veer (k = 12 N/m) verlengt 5000 mm .
Wat is de veerkracht? \(\)
Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken
Verbetersleutel
- \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{44N}{11 N/kg} = 4 kg
\\ \text{De massa van het voorwerp is 4 kg}\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{4{,}2N}{1{,}4m}
= 3 N/m
\\ \text{De veerconstante is 3 N/m}\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow F_V = (2 N/m ) . (6{,}1 m) = 12{,}2N
\\ \text{De veerkracht is 12{,}2N}\)
- \(F_Z = m . g = (18 kg) . (11 N/kg) = 198N
\\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Neptunus is 198N }\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{21N}{2{,}1m}
= 10 N/m
\\ \text{De veerconstante is 10 N/m}\)
- \(\leftarrow F_{Robin} = 1000 N ; F_{Roukaya} = 700 N \rightarrow
\\F_R = 700 N - 1000 N = -300 N
\\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 300 N naar Robin toe}\)
- \(\rightarrow F_{Rojin} = 900 N ; F_{Roukaya} = 600 N \rightarrow
\\F_R = 900 N + 600 N = 1500 N
\\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 1500 N naar Roukaya toe}\)
- \(\rightarrow F_{Anissa} = 900 N ; F_{Roukaya} = 300 N \nearrow
\\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van ongeveer 1130 N (o.b.v. schets) }\)
- \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{143N}{11 N/kg} = 13 kg
\\ \text{De massa van het voorwerp is 13 kg}\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow F_V = (4 N/m ) . (3{,}8 m) = 15{,}2N
\\ \text{De veerkracht is 15{,}2N}\)
- \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{77{,}7N}{7{,}77 N/kg} = 10 kg
\\ \text{De massa van het voorwerp is 10 kg}\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow F_V = (12 N/m ) . (5 m) = 60N
\\ \text{De veerkracht is 60N}\)