Krachten

Hoofdmenu Eentje per keer 

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

  1. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Roukaya met een kracht van 600 N. Bilal trekt onder een hoek van 90° met een kracht van 400 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  2. \(\)Een veer verlengt 6800 mm en ondervindt een veerkracht van 20{,}4 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  3. \(\)Een veer verlengt 4500 mm en ondervindt een veerkracht van 31{,}5 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  4. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Robin met een kracht van 1000 N. Rojin trekt onder een hoek van 45° met een kracht van 300 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  5. \(\)Een veer (k = 6 N/m) verlengt 21 dm . Wat is de veerkracht? \(\)
  6. \(\)Op Saturnus (g = 9{,}05 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 162{,}9 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  7. \(\)Een veer verlengt 20 cm en ondervindt een veerkracht van 2{,}2 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  8. \(\)Op Uranus (g = 7{,}77 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 54{,}39 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  9. \(\)Op Jupiter (g = 22{,}9 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 229 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  10. \(\)Een veer (k = 6 N/m) verlengt 6{,}1 m . Wat is de veerkracht? \(\)
  11. \(\)Een veer (k = 6 N/m) verlengt 42 dm . Wat is de veerkracht? \(\)
  12. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 10 kg op Neptunus (g = 11 N/kg)? \(\)

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

Verbetersleutel

  1. \(\rightarrow F_{Roukaya} = 600 N ; F_{Bilal} = 400 N \uparrow \\F_R = \sqrt{600^2 + 400^2} N \text{(Pythagoras)} \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van (afgerond) 721{,}1 N }\)
  2. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{20{,}4N}{6{,}8m} = 3 N/m \\ \text{De veerconstante is 3 N/m}\)
  3. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{31{,}5N}{4{,}5m} = 7 N/m \\ \text{De veerconstante is 7 N/m}\)
  4. \(\rightarrow F_{Robin} = 1000 N ; F_{Rojin} = 300 N \nearrow \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van ongeveer 1230 N (o.b.v. schets) }\)
  5. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (6 N/m ) . (2{,}1 m) = 12{,}6N \\ \text{De veerkracht is 12{,}6N}\)
  6. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{162{,}9N}{9{,}05 N/kg} = 18 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 18 kg}\)
  7. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{2{,}2N}{0{,}2m} = 11 N/m \\ \text{De veerconstante is 11 N/m}\)
  8. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{54{,}39N}{7{,}77 N/kg} = 7 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 7 kg}\)
  9. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{229N}{22{,}9 N/kg} = 10 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 10 kg}\)
  10. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (6 N/m ) . (6{,}1 m) = 36{,}6N \\ \text{De veerkracht is 36{,}6N}\)
  11. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (6 N/m ) . (4{,}2 m) = 25{,}2N \\ \text{De veerkracht is 25{,}2N}\)
  12. \(F_Z = m . g = (10 kg) . (11 N/kg) = 110N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Neptunus is 110N }\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-12-02 14:38:53
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen