Krachten

Hoofdmenu Eentje per keer 

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

  1. \(\)Een veer (k = 7 N/m) ondervindt een veerkracht van 45{,}5 N. Hoeveel cm rekt zij uit? \(\)
  2. \(\)Op Saturnus (g = 9{,}05 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 162{,}9 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  3. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Anissa met een kracht van 1000 N. Imane trekt onder een hoek van 90° met een kracht van 900 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  4. \(\)Een veer verlengt 1 m en ondervindt een veerkracht van 8 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  5. \(\)Sofiane en Bilal trekken aan weerszijden van een winkelkar. Sofiane trekt met een kracht van 1000 N, Bilal met een kracht van 800 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  6. \(\)Een veer (k = 13 N/m) ondervindt een veerkracht van 9{,}1 N. Hoeveel dm rekt zij uit? \(\)
  7. \(\)Een veer (k = 4 N/m) verlengt 2500 mm . Wat is de veerkracht? \(\)
  8. \(\)Een veer (k = 6 N/m) verlengt 9 dm . Wat is de veerkracht? \(\)
  9. \(\)Een veer (k = 4 N/m) verlengt 350 cm . Wat is de veerkracht? \(\)
  10. \(\)Een veer (k = 13 N/m) ondervindt een veerkracht van 106{,}6 N. Hoeveel m rekt zij uit? \(\)
  11. \(\)Ilias en Rana trekken aan weerszijden van een winkelkar. Ilias trekt met een kracht van 500 N, Rana met een kracht van 300 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  12. \(\)Een veer verlengt 8200 mm en ondervindt een veerkracht van 73{,}8 N. Wat is de veerconstante? \(\)

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

Verbetersleutel

  1. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{45{,}5 N}{7 N/m} = 6{,}5m =650 cm \\ \text{De veer rekt 650 cm uit}\)
  2. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{162{,}9N}{9{,}05 N/kg} = 18 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 18 kg}\)
  3. \(\rightarrow F_{Anissa} = 1000 N ; F_{Imane} = 900 N \uparrow \\F_R = \sqrt{1000^2 + 900^2} N \text{(Pythagoras)} \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van (afgerond) 1345{,}4 N }\)
  4. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{8N}{1m} = 8 N/m \\ \text{De veerconstante is 8 N/m}\)
  5. \(\leftarrow F_{Sofiane} = 1000 N ; F_{Bilal} = 800 N \rightarrow \\F_R = 800 N - 1000 N = -200 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 200 N naar Sofiane toe}\)
  6. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{9{,}1 N}{13 N/m} = 0{,}7m =7 dm \\ \text{De veer rekt 7 dm uit}\)
  7. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (4 N/m ) . (2{,}5 m) = 10N \\ \text{De veerkracht is 10N}\)
  8. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (6 N/m ) . (0{,}9 m) = 5{,}4N \\ \text{De veerkracht is 5{,}4N}\)
  9. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (4 N/m ) . (3{,}5 m) = 14N \\ \text{De veerkracht is 14N}\)
  10. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{106{,}6 N}{13 N/m} = 8{,}2m \\ \text{De veer rekt 8{,}2 m uit}\)
  11. \(\leftarrow F_{Ilias} = 500 N ; F_{Rana} = 300 N \rightarrow \\F_R = 300 N - 500 N = -200 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 200 N naar Ilias toe}\)
  12. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{73{,}8N}{8{,}2m} = 9 N/m \\ \text{De veerconstante is 9 N/m}\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-12-01 14:29:03
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen