Krachten

Hoofdmenu Eentje per keer 

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

  1. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 7 kg op Venus (g = 8{,}6 N/kg)? \(\)
  2. \(\)Op Venus (g = 8{,}6 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 51{,}6 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  3. \(\)Een veer (k = 2 N/m) ondervindt een veerkracht van 14 N. Hoeveel m rekt zij uit? \(\)
  4. \(\)Op Saturnus (g = 9{,}05 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 171{,}95 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  5. \(\)Een veer (k = 2 N/m) verlengt 7700 mm . Wat is de veerkracht? \(\)
  6. \(\)Een veer (k = 12 N/m) verlengt 33 dm . Wat is de veerkracht? \(\)
  7. \(\)Een veer verlengt 4{,}2 m en ondervindt een veerkracht van 25{,}2 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  8. \(\)Een veer (k = 2 N/m) ondervindt een veerkracht van 10{,}2 N. Hoeveel cm rekt zij uit? \(\)
  9. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Farah met een kracht van 500 N. Ilias trekt onder een hoek van 45° met een kracht van 1000 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  10. \(\)Een veer verlengt 8{,}5 m en ondervindt een veerkracht van 25{,}5 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  11. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Dina met een kracht van 400 N. Ilias trekt onder een hoek van 45° met een kracht van 300 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  12. \(\)Een veer (k = 6 N/m) ondervindt een veerkracht van 36{,}6 N. Hoeveel m rekt zij uit? \(\)

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

Verbetersleutel

  1. \(F_Z = m . g = (7 kg) . (8{,}6 N/kg) = 60{,}2N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Venus is 60{,}2N }\)
  2. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{51{,}6N}{8{,}6 N/kg} = 6 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 6 kg}\)
  3. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{14 N}{2 N/m} = 7m \\ \text{De veer rekt 7 m uit}\)
  4. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{171{,}95N}{9{,}05 N/kg} = 19 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 19 kg}\)
  5. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (2 N/m ) . (7{,}7 m) = 15{,}4N \\ \text{De veerkracht is 15{,}4N}\)
  6. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (12 N/m ) . (3{,}3 m) = 39{,}6N \\ \text{De veerkracht is 39{,}6N}\)
  7. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{25{,}2N}{4{,}2m} = 6 N/m \\ \text{De veerconstante is 6 N/m}\)
  8. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{10{,}2 N}{2 N/m} = 5{,}1m =510 cm \\ \text{De veer rekt 510 cm uit}\)
  9. \(\rightarrow F_{Farah} = 500 N ; F_{Ilias} = 1000 N \nearrow \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van ongeveer 1400 N (o.b.v. schets) }\)
  10. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{25{,}5N}{8{,}5m} = 3 N/m \\ \text{De veerconstante is 3 N/m}\)
  11. \(\rightarrow F_{Dina} = 400 N ; F_{Ilias} = 300 N \nearrow \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van ongeveer 650 N (o.b.v. schets) }\)
  12. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{36{,}6 N}{6 N/m} = 6{,}1m \\ \text{De veer rekt 6{,}1 m uit}\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-11-25 21:26:33
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen