Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken
- \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 3 kg op de maan (g = 1{,}62 N/kg)? \(\)
- \(\)Een veer (k = 4 N/m) verlengt 42 dm .
Wat is de veerkracht? \(\)
- \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 15 kg op Neptunus (g = 11 N/kg)? \(\)
- \(\)Op Saturnus (g = 9{,}05 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 99{,}55 N.
Bereken de zwaartekracht van het voorwerp op Venus (g = 8{,}6 N/kg). \(\)
- \(\)Op Uranus (g = 7{,}77 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 69{,}93 N.
Bereken de zwaartekracht van het voorwerp op Neptunus (g = 11 N/kg). \(\)
- \(\)Een veer (k = 13 N/m) verlengt 7500 mm .
Wat is de veerkracht? \(\)
- \(\)Rana en Sofiane trekken aan weerszijden van een winkelkar.
Rana trekt met een kracht van 1000 N, Sofiane met een kracht van 500 N.
Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
- \(\)Rana en Robin trekken aan weerszijden van een winkelkar.
Rana trekt met een kracht van 600 N, Robin met een kracht van 700 N.
Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
- \(\)Een veer (k = 7 N/m) ondervindt een veerkracht van 56{,}7 N.
Hoeveel mm rekt zij uit? \(\)
- \(\)Een veer verlengt 30 dm
en ondervindt een veerkracht van 12 N.
Wat is de veerconstante? \(\)
- \(\)Een veer (k = 11 N/m) ondervindt een veerkracht van 103{,}4 N.
Hoeveel cm rekt zij uit? \(\)
- \(\)Een veer (k = 13 N/m) ondervindt een veerkracht van 81{,}9 N.
Hoeveel dm rekt zij uit? \(\)
Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken
Verbetersleutel
- \(F_Z = m . g = (3 kg) . (1{,}62 N/kg) = 4{,}86N
\\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op de maan is 4{,}86N }\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow F_V = (4 N/m ) . (4{,}2 m) = 16{,}8N
\\ \text{De veerkracht is 16{,}8N}\)
- \(F_Z = m . g = (15 kg) . (11 N/kg) = 165N
\\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Neptunus is 165N }\)
- \(m = \dfrac{F_Z}{8{,}6 N/kg} = \dfrac{99{,}55 N}{9{,}05 N/kg}
\\ \Leftrightarrow F_Z = \dfrac{99{,}55 N .8{,}6 N/kg}{9{,}05 N/kg} = 94{,}6N
\\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Venus is 94{,}6N }\)
- \(m = \dfrac{F_Z}{11 N/kg} = \dfrac{69{,}93 N}{7{,}77 N/kg}
\\ \Leftrightarrow F_Z = \dfrac{69{,}93 N .11 N/kg}{7{,}77 N/kg} = 99N
\\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Neptunus is 99N }\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow F_V = (13 N/m ) . (7{,}5 m) = 97{,}5N
\\ \text{De veerkracht is 97{,}5N}\)
- \(\leftarrow F_{Rana} = 1000 N ; F_{Sofiane} = 500 N \rightarrow
\\F_R = 500 N - 1000 N = -500 N
\\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 500 N naar Rana toe}\)
- \(\leftarrow F_{Rana} = 600 N ; F_{Robin} = 700 N \rightarrow
\\F_R = 700 N - 600 N = 100 N
\\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 100 N naar Robin toe}\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{56{,}7 N}{7 N/m} = 8{,}1m =8100 mm
\\ \text{De veer rekt 8100 mm uit}\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{12N}{3m}
= 4 N/m
\\ \text{De veerconstante is 4 N/m}\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{103{,}4 N}{11 N/m} = 9{,}4m =940 cm
\\ \text{De veer rekt 940 cm uit}\)
- \(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{81{,}9 N}{13 N/m} = 6{,}3m =63 dm
\\ \text{De veer rekt 63 dm uit}\)