Krachten

Hoofdmenu Eentje per keer 

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

  1. \(\)Op Neptunus (g = 11 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 22 N. Bereken de zwaartekracht van het voorwerp op Mars (g = 3{,}72 N/kg). \(\)
  2. \(\)Een veer verlengt 0{,}4 m en ondervindt een veerkracht van 1{,}6 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  3. \(\)Robin en Farah trekken aan weerszijden van een winkelkar. Robin trekt met een kracht van 400 N, Farah met een kracht van 900 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  4. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Sofiane met een kracht van 400 N. Rojin trekt onder een hoek van 45° met een kracht van 1000 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  5. \(\)Op Saturnus (g = 9{,}05 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 45{,}25 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  6. \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Imane met een kracht van 800 N. Inaya staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 900 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  7. \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Rana met een kracht van 500 N. Inaya staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 900 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  8. \(\)Een veer (k = 6 N/m) verlengt 31 dm . Wat is de veerkracht? \(\)
  9. \(\)Op Saturnus (g = 9{,}05 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 63{,}35 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  10. \(\)Op Mars (g = 3{,}72 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 37{,}2 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  11. \(\)Op Neptunus (g = 11 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 176 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  12. \(\)Een veer (k = 2 N/m) ondervindt een veerkracht van 5{,}4 N. Hoeveel cm rekt zij uit? \(\)

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

Verbetersleutel

  1. \(m = \dfrac{F_Z}{3{,}72 N/kg} = \dfrac{22 N}{11 N/kg} \\ \Leftrightarrow F_Z = \dfrac{22 N .3{,}72 N/kg}{11 N/kg} = 7{,}44N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Mars is 7{,}44N }\)
  2. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{1{,}6N}{0{,}4m} = 4 N/m \\ \text{De veerconstante is 4 N/m}\)
  3. \(\leftarrow F_{Robin} = 400 N ; F_{Farah} = 900 N \rightarrow \\F_R = 900 N - 400 N = 500 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 500 N naar Farah toe}\)
  4. \(\rightarrow F_{Sofiane} = 400 N ; F_{Rojin} = 1000 N \nearrow \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van ongeveer 1310 N (o.b.v. schets) }\)
  5. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{45{,}25N}{9{,}05 N/kg} = 5 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 5 kg}\)
  6. \(\rightarrow F_{Imane} = 800 N ; F_{Inaya} = 900 N \rightarrow \\F_R = 800 N + 900 N = 1700 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 1700 N naar Inaya toe}\)
  7. \(\rightarrow F_{Rana} = 500 N ; F_{Inaya} = 900 N \rightarrow \\F_R = 500 N + 900 N = 1400 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 1400 N naar Inaya toe}\)
  8. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (6 N/m ) . (3{,}1 m) = 18{,}6N \\ \text{De veerkracht is 18{,}6N}\)
  9. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{63{,}35N}{9{,}05 N/kg} = 7 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 7 kg}\)
  10. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{37{,}2N}{3{,}72 N/kg} = 10 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 10 kg}\)
  11. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{176N}{11 N/kg} = 16 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 16 kg}\)
  12. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{5{,}4 N}{2 N/m} = 2{,}7m =270 cm \\ \text{De veer rekt 270 cm uit}\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-12-14 19:49:40
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen