Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken
\(\)Een veer (k = 5 N/m) ondervindt een veerkracht van 22 N.
Hoeveel mm rekt zij uit? \(\)
\(F_V = k . \Delta l
\\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{22 N}{5 N/m} = 4{,}4m =4400 mm
\\ \text{De veer rekt 4400 mm uit}\)