Samenstellingen (reeks 2)

Hoofdmenu Eentje per keer  🖨

Stel een waarheidstabel op en noteer de samenstelling in eigen woorden.

1. \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een blad spinazie is een groente }\\q & \text{ een blad spinazie is niet groen }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
2. \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ Julie is geen jongen }\\q & \text{ een banaan is niet groen }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\implies q\)
3. \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een spin is geen spinachtige }\\q & \text{ Rome is niet de hoofdstad van Italië }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
4. \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een kip heeft minstens vijf poten }\\q & \text{ een blad spinazie is groen }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
5. \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een spin is geen spinachtige }\\q & \text{ een dolfijn heeft hoogstens vier poten }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
6. \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ de absolute waarde van 15 is verschillend van -15 }\\q & \text{ een banaan is niet geel }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
7. \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een dolfijn is geen zoogdier }\\q & \text{ Bram is een jongen }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
8. \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een dolfijn heeft hoogstens vijf poten }\\q & \text{ -4 is kleiner dan of gelijk aan -15 }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\implies q\)
9. \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ Julie is een jongen }\\q & \text{ een blad spinazie is een groente }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
10. \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een banaan is niet zwart }\\q & \text{ een dolfijn is geen reptiel }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\implies q\)
11. \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ Julie is een jongen }\\q & \text{ een dolfijn is een vogel }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\implies q\)
12. \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een hond is een zoogdier }\\q & \text{ een blad spinazie is zwart }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\implies q\)

---

Stel een waarheidstabel op en noteer de samenstelling in eigen woorden.

Verbetersleutel

1. \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline1 & 0 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt 'een blad spinazie is een groente', ofwel geldt 'een blad spinazie is niet groen' }\end{array}\)
2. \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\implies q \\ \hline1 & 1 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\implies q & \text{ als geldt 'Julie is geen jongen', dan geldt 'een banaan is niet groen' }\end{array}\)
3. \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline0 & 0 & 0 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt 'een spin is geen spinachtige', ofwel geldt 'Rome is niet de hoofdstad van Italië' }\end{array}\)
4. \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline0 & 1 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt 'een kip heeft minstens vijf poten', ofwel geldt 'een blad spinazie is groen' }\end{array}\)
5. \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline0 & 1 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt 'een spin is geen spinachtige', ofwel geldt 'een dolfijn heeft hoogstens vier poten' }\end{array}\)
6. \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline1 & 0 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt 'de absolute waarde van 15 is verschillend van -15', ofwel geldt 'een banaan is niet geel' }\end{array}\)
7. \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline0 & 1 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt 'een dolfijn is geen zoogdier', ofwel geldt 'Bram is een jongen' }\end{array}\)
8. \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\implies q \\ \hline1 & 0 & 0 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\implies q & \text{ als geldt 'een dolfijn heeft hoogstens vijf poten', dan geldt '-4 is kleiner dan of gelijk aan -15' }\end{array}\)
9. \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline0 & 1 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt 'Julie is een jongen', ofwel geldt 'een blad spinazie is een groente' }\end{array}\)
10. \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\implies q \\ \hline1 & 1 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\implies q & \text{ als geldt 'een banaan is niet zwart', dan geldt 'een dolfijn is geen reptiel' }\end{array}\)
11. \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\implies q \\ \hline0 & 0 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\implies q & \text{ als geldt 'Julie is een jongen', dan geldt 'een dolfijn is een vogel' }\end{array}\)
12. \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\implies q \\ \hline1 & 0 & 0 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\implies q & \text{ als geldt 'een hond is een zoogdier', dan geldt 'een blad spinazie is zwart' }\end{array}\)