Stel een waarheidstabel op en noteer de samenstelling in eigen woorden.
- \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ Julie is een meisje }\\q & \text{ een blad spinazie is niet groen }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\implies q\)
- \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ de hoofdstad van Belgiƫ is Brussel }\\q & \text{ een blad spinazie is geen groente }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\implies q\)
- \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een kip is geen vogel }\\q & \text{ een spin is geen zoogdier }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
- \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een mier is geen vogel }\\q & \text{ 23 is een veelvoud van 12 }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
- \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een blad spinazie is geel }\\q & \text{ een biefstuk is zwart }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
- \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ Julie is een jongen }\\q & \text{ een spin heeft meer dan vijf poten }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\implies q\)
- \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ -5 is kleiner dan of gelijk aan -9 }\\q & \text{ een kip heeft minder dan drie poten }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
- \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een biefstuk is niet rood }\\q & \text{ Rome is niet de hoofdstad van Italië }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\implies q\)
- \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ -11 is kleiner dan of gelijk aan -10 }\\q & \text{ een kip is een zoogdier }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
- \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een hond heeft hoogstens zeven poten }\\q & \text{ een kip is een vogel }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
- \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ een blad spinazie is geen vlees }\\q & \text{ de hoofdstad van Denemarken is niet Kopenhagen }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\oplus q\)
- \(\textbf{Gegeven} \\ \begin{array}{r|l}p & \text{ Berlijn is de hoofdstad van Duitsland }\\q & \text{ een kip is een insect }\\\end{array} \\ \textbf{Gevraagd} \\p\implies q\)
Stel een waarheidstabel op en noteer de samenstelling in eigen woorden.
Verbetersleutel
- \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\implies q \\ \hline1 & 0 & 0 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\implies q & \text{ als geldt 'Julie is een meisje', dan geldt 'een blad spinazie is niet groen' }\end{array}\)
- \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\implies q \\ \hline1 & 0 & 0 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\implies q & \text{ als geldt 'de hoofdstad van Belgiƫ is Brussel', dan geldt 'een blad spinazie is geen groente' }\end{array}\)
- \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline0 & 1 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt 'een kip is geen vogel', ofwel geldt 'een spin is geen zoogdier' }\end{array}\)
- \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline1 & 0 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt 'een mier is geen vogel', ofwel geldt '23 is een veelvoud van 12' }\end{array}\)
- \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline0 & 0 & 0 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt 'een blad spinazie is geel', ofwel geldt 'een biefstuk is zwart' }\end{array}\)
- \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\implies q \\ \hline0 & 1 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\implies q & \text{ als geldt 'Julie is een jongen', dan geldt 'een spin heeft meer dan vijf poten' }\end{array}\)
- \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline0 & 1 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt '-5 is kleiner dan of gelijk aan -9', ofwel geldt 'een kip heeft minder dan drie poten' }\end{array}\)
- \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\implies q \\ \hline0 & 0 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\implies q & \text{ als geldt 'een biefstuk is niet rood', dan geldt 'Rome is niet de hoofdstad van Italië' }\end{array}\)
- \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline1 & 0 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt '-11 is kleiner dan of gelijk aan -10', ofwel geldt 'een kip is een zoogdier' }\end{array}\)
- \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline1 & 1 & 0 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt 'een hond heeft hoogstens zeven poten', ofwel geldt 'een kip is een vogel' }\end{array}\)
- \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\oplus q \\ \hline1 & 0 & 1 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\oplus q & \text{ ofwel geldt 'een blad spinazie is geen vlees', ofwel geldt 'de hoofdstad van Denemarken is niet Kopenhagen' }\end{array}\)
- \(\begin{array}{rr|r}p & q & p\implies q \\ \hline1 & 0 & 0 \\ \end{array}\\\begin{array}{r|l} p\implies q & \text{ als geldt 'Berlijn is de hoofdstad van Duitsland', dan geldt 'een kip is een insect' }\end{array}\)