Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
- \(\text{ Laura vult een enquête in. }\\
\text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\
\text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\
\text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 38 vragen in.}\\
\text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
- \(\text{ Emely vult een enquête in. }\\
\text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\
\text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\
\text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 36 vragen in.}\\
\text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 2 meter in de grond. }\\\text{Een vierde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 4 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
- \(\text{ Amani vult een enquête in. }\\
\text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\
\text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\
\text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 27 vragen in.}\\
\text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 3 meter in de grond. }\\\text{Een vierde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 3 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 22 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 2 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 19 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 25 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 21 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 3 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 8 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 7 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
- \(\text{ Geogrios vult een enquête in. }\\
\text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\
\text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\
\text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 57 vragen in.}\\
\text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 9 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 1 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
- \(\text{ Tibo vult een enquête in. }\\
\text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\
\text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\
\text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 57 vragen in.}\\
\text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
Verbetersleutel
- \(\text{ Laura vult een enquête in. }\\
\text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\
\text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\
\text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 38 vragen in.}\\
\text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\
\color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x + 38 = x} \\
\Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -38 \\
\Leftrightarrow \frac{ 6 + 5 - 30}{ 30} . x = -38 \\
\Leftrightarrow \frac{-19}{30} . x = -38 \\
\Leftrightarrow x = -38.\left( \frac{30}{-19} \right) = 60 \\
\text{De enquête bevatte 60 vragen}
\)
- \(\text{ Emely vult een enquête in. }\\
\text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\
\text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\
\text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 36 vragen in.}\\
\text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\
\color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x + 36 = x} \\
\Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -36 \\
\Leftrightarrow \frac{ 6 + 3 - 18}{ 18} . x = -36 \\
\Leftrightarrow \frac{-9}{18} . x = -36 \\
\Leftrightarrow x = -36.\left( \frac{18}{-9} \right) = 72 \\
\text{De enquête bevatte 72 vragen}
\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 2 meter in de grond. }\\\text{Een vierde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 4 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\
\color{red}{ 2 + \frac{ 1}{ 4}.x + 4 = x }\\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 4}.x + 6 = x \\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 4}.x - x = -6 \\
\Leftrightarrow \frac{-3}{ 4}.x = -6 \\
\Leftrightarrow x = \frac{ 4}{-3}\left(-6\right) = 8 \\
\text{De lengte van de pijler is 8 m}\)
- \(\text{ Amani vult een enquête in. }\\
\text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\
\text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\
\text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 27 vragen in.}\\
\text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\
\color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x + 27 = x} \\
\Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -27 \\
\Leftrightarrow \frac{ 6 + 3 - 18}{ 18} . x = -27 \\
\Leftrightarrow \frac{-9}{18} . x = -27 \\
\Leftrightarrow x = -27.\left( \frac{18}{-9} \right) = 54 \\
\text{De enquête bevatte 54 vragen}
\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 3 meter in de grond. }\\\text{Een vierde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 3 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\
\color{red}{ 3 + \frac{ 1}{ 4}.x + 3 = x }\\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 4}.x + 6 = x \\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 4}.x - x = -6 \\
\Leftrightarrow \frac{-3}{ 4}.x = -6 \\
\Leftrightarrow x = \frac{ 4}{-3}\left(-6\right) = 8 \\
\text{De lengte van de pijler is 8 m}\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 22 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 2 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\
\color{red}{ 22 + \frac{ 1}{ 9}.x + 2 = x }\\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x + 24 = x \\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x - x = -24 \\
\Leftrightarrow \frac{-8}{ 9}.x = -24 \\
\Leftrightarrow x = \frac{ 9}{-8}\left(-24\right) = 27 \\
\text{De lengte van de pijler is 27 m}\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 19 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 25 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\
\color{red}{ 19 + \frac{ 1}{ 12}.x + 25 = x }\\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x + 44 = x \\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x - x = -44 \\
\Leftrightarrow \frac{-11}{ 12}.x = -44 \\
\Leftrightarrow x = \frac{ 12}{-11}\left(-44\right) = 48 \\
\text{De lengte van de pijler is 48 m}\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 21 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 3 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\
\color{red}{ 21 + \frac{ 1}{ 9}.x + 3 = x }\\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x + 24 = x \\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x - x = -24 \\
\Leftrightarrow \frac{-8}{ 9}.x = -24 \\
\Leftrightarrow x = \frac{ 9}{-8}\left(-24\right) = 27 \\
\text{De lengte van de pijler is 27 m}\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 8 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 7 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\
\color{red}{ 8 + \frac{ 1}{ 6}.x + 7 = x }\\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x + 15 = x \\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x - x = -15 \\
\Leftrightarrow \frac{-5}{ 6}.x = -15 \\
\Leftrightarrow x = \frac{ 6}{-5}\left(-15\right) = 18 \\
\text{De lengte van de pijler is 18 m}\)
- \(\text{ Geogrios vult een enquête in. }\\
\text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\
\text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\
\text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 57 vragen in.}\\
\text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\
\color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x + 57 = x} \\
\Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -57 \\
\Leftrightarrow \frac{ 6 + 5 - 30}{ 30} . x = -57 \\
\Leftrightarrow \frac{-19}{30} . x = -57 \\
\Leftrightarrow x = -57.\left( \frac{30}{-19} \right) = 90 \\
\text{De enquête bevatte 90 vragen}
\)
- \(\text{ Een pijler van een brug zit 9 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 1 meter steekt boven het water uit.}\\
\text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\
\color{red}{ 9 + \frac{ 1}{ 6}.x + 1 = x }\\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x + 10 = x \\
\Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x - x = -10 \\
\Leftrightarrow \frac{-5}{ 6}.x = -10 \\
\Leftrightarrow x = \frac{ 6}{-5}\left(-10\right) = 12 \\
\text{De lengte van de pijler is 12 m}\)
- \(\text{ Tibo vult een enquête in. }\\
\text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\
\text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\
\text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 57 vragen in.}\\
\text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\
\color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x + 57 = x} \\
\Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -57 \\
\Leftrightarrow \frac{ 6 + 5 - 30}{ 30} . x = -57 \\
\Leftrightarrow \frac{-19}{30} . x = -57 \\
\Leftrightarrow x = -57.\left( \frac{30}{-19} \right) = 90 \\
\text{De enquête bevatte 90 vragen}
\)