Vrgst met breuken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

  1. \(\text{ Mila vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 28 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  2. \(\text{ Een pijler van een brug zit 4 meter in de grond. }\\\text{Een vierde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 2 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  3. \(\text{ Laura vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 28 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  4. \(\text{ Een pijler van een brug zit 1 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 9 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  5. \(\text{ Geogrios vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 35 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  6. \(\text{ Wouter vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 45 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  7. \(\text{ Ayman vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 44 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  8. \(\text{ Emely vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 38 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  9. \(\text{ Een pijler van een brug zit 23 meter in de grond. }\\\text{Een achtste van de pijler staat in het water.} \\\text{ 5 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  10. \(\text{ Chemse vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 70 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  11. \(\text{ Khadija vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 56 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  12. \(\text{ Jana vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 35 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

Verbetersleutel

  1. \(\text{ Mila vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 28 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 3}.x + 28 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 3}.x - x = -28 \\ \Leftrightarrow \frac{ 3 + 5 - 15}{ 15} . x = -28 \\ \Leftrightarrow \frac{-7}{15} . x = -28 \\ \Leftrightarrow x = -28.\left( \frac{15}{-7} \right) = 60 \\ \text{De enquête bevatte 60 vragen} \)
  2. \(\text{ Een pijler van een brug zit 4 meter in de grond. }\\\text{Een vierde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 2 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 4 + \frac{ 1}{ 4}.x + 2 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 4}.x + 6 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 4}.x - x = -6 \\ \Leftrightarrow \frac{-3}{ 4}.x = -6 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 4}{-3}\left(-6\right) = 8 \\ \text{De lengte van de pijler is 8 m}\)
  3. \(\text{ Laura vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 28 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 3}.x + 28 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 3}.x - x = -28 \\ \Leftrightarrow \frac{ 3 + 5 - 15}{ 15} . x = -28 \\ \Leftrightarrow \frac{-7}{15} . x = -28 \\ \Leftrightarrow x = -28.\left( \frac{15}{-7} \right) = 60 \\ \text{De enquête bevatte 60 vragen} \)
  4. \(\text{ Een pijler van een brug zit 1 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 9 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 1 + \frac{ 1}{ 6}.x + 9 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x + 10 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x - x = -10 \\ \Leftrightarrow \frac{-5}{ 6}.x = -10 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 6}{-5}\left(-10\right) = 12 \\ \text{De lengte van de pijler is 12 m}\)
  5. \(\text{ Geogrios vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 35 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 5}.x + 35 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 5}.x - x = -35 \\ \Leftrightarrow \frac{ 5 + 3 - 15}{ 15} . x = -35 \\ \Leftrightarrow \frac{-7}{15} . x = -35 \\ \Leftrightarrow x = -35.\left( \frac{15}{-7} \right) = 75 \\ \text{De enquête bevatte 75 vragen} \)
  6. \(\text{ Wouter vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 45 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x + 45 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -45 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 3 - 18}{ 18} . x = -45 \\ \Leftrightarrow \frac{-9}{18} . x = -45 \\ \Leftrightarrow x = -45.\left( \frac{18}{-9} \right) = 90 \\ \text{De enquête bevatte 90 vragen} \)
  7. \(\text{ Ayman vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 44 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 4}.x + 44 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 4}.x - x = -44 \\ \Leftrightarrow \frac{ 4 + 5 - 20}{ 20} . x = -44 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{20} . x = -44 \\ \Leftrightarrow x = -44.\left( \frac{20}{-11} \right) = 80 \\ \text{De enquête bevatte 80 vragen} \)
  8. \(\text{ Emely vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 38 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x + 38 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -38 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 5 - 30}{ 30} . x = -38 \\ \Leftrightarrow \frac{-19}{30} . x = -38 \\ \Leftrightarrow x = -38.\left( \frac{30}{-19} \right) = 60 \\ \text{De enquête bevatte 60 vragen} \)
  9. \(\text{ Een pijler van een brug zit 23 meter in de grond. }\\\text{Een achtste van de pijler staat in het water.} \\\text{ 5 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 23 + \frac{ 1}{ 8}.x + 5 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 8}.x + 28 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 8}.x - x = -28 \\ \Leftrightarrow \frac{-7}{ 8}.x = -28 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 8}{-7}\left(-28\right) = 32 \\ \text{De lengte van de pijler is 32 m}\)
  10. \(\text{ Chemse vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 70 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 6}.x + 70 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -70 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 4 - 24}{ 24} . x = -70 \\ \Leftrightarrow \frac{-14}{24} . x = -70 \\ \Leftrightarrow x = -70.\left( \frac{24}{-14} \right) = 120 \\ \text{De enquête bevatte 120 vragen} \)
  11. \(\text{ Khadija vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 56 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 6}.x + 56 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -56 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 4 - 24}{ 24} . x = -56 \\ \Leftrightarrow \frac{-14}{24} . x = -56 \\ \Leftrightarrow x = -56.\left( \frac{24}{-14} \right) = 96 \\ \text{De enquête bevatte 96 vragen} \)
  12. \(\text{ Jana vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 35 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 5}.x + 35 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 5}.x - x = -35 \\ \Leftrightarrow \frac{ 5 + 3 - 15}{ 15} . x = -35 \\ \Leftrightarrow \frac{-7}{15} . x = -35 \\ \Leftrightarrow x = -35.\left( \frac{15}{-7} \right) = 75 \\ \text{De enquête bevatte 75 vragen} \)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-12-15 23:37:14
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen