Vrgst met breuken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

  1. \(\text{ Nada vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 33 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  2. \(\text{ Lore vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 35 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  3. \(\text{ Lina vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 42 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  4. \(\text{ Een pijler van een brug zit 36 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 8 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  5. \(\text{ Een pijler van een brug zit 9 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 1 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  6. \(\text{ Mariam vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 38 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  7. \(\text{ Alysia vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 55 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  8. \(\text{ Een pijler van een brug zit 13 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 31 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  9. \(\text{ Sarah vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 55 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  10. \(\text{ Noor vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 20 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  11. \(\text{ Rebecca vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 14 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  12. \(\text{ Laura vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 36 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

Verbetersleutel

  1. \(\text{ Nada vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 33 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 4}.x + 33 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 4}.x - x = -33 \\ \Leftrightarrow \frac{ 4 + 5 - 20}{ 20} . x = -33 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{20} . x = -33 \\ \Leftrightarrow x = -33.\left( \frac{20}{-11} \right) = 60 \\ \text{De enquête bevatte 60 vragen} \)
  2. \(\text{ Lore vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 35 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 3}.x + 35 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 3}.x - x = -35 \\ \Leftrightarrow \frac{ 3 + 5 - 15}{ 15} . x = -35 \\ \Leftrightarrow \frac{-7}{15} . x = -35 \\ \Leftrightarrow x = -35.\left( \frac{15}{-7} \right) = 75 \\ \text{De enquête bevatte 75 vragen} \)
  3. \(\text{ Lina vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 42 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 6}.x + 42 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -42 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 4 - 24}{ 24} . x = -42 \\ \Leftrightarrow \frac{-14}{24} . x = -42 \\ \Leftrightarrow x = -42.\left( \frac{24}{-14} \right) = 72 \\ \text{De enquête bevatte 72 vragen} \)
  4. \(\text{ Een pijler van een brug zit 36 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 8 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 36 + \frac{ 1}{ 12}.x + 8 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x + 44 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x - x = -44 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{ 12}.x = -44 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 12}{-11}\left(-44\right) = 48 \\ \text{De lengte van de pijler is 48 m}\)
  5. \(\text{ Een pijler van een brug zit 9 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 1 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 9 + \frac{ 1}{ 6}.x + 1 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x + 10 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x - x = -10 \\ \Leftrightarrow \frac{-5}{ 6}.x = -10 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 6}{-5}\left(-10\right) = 12 \\ \text{De lengte van de pijler is 12 m}\)
  6. \(\text{ Mariam vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 38 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x + 38 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -38 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 5 - 30}{ 30} . x = -38 \\ \Leftrightarrow \frac{-19}{30} . x = -38 \\ \Leftrightarrow x = -38.\left( \frac{30}{-19} \right) = 60 \\ \text{De enquête bevatte 60 vragen} \)
  7. \(\text{ Alysia vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 55 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 5}.x + 55 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 5}.x - x = -55 \\ \Leftrightarrow \frac{ 5 + 4 - 20}{ 20} . x = -55 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{20} . x = -55 \\ \Leftrightarrow x = -55.\left( \frac{20}{-11} \right) = 100 \\ \text{De enquête bevatte 100 vragen} \)
  8. \(\text{ Een pijler van een brug zit 13 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 31 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 13 + \frac{ 1}{ 12}.x + 31 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x + 44 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x - x = -44 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{ 12}.x = -44 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 12}{-11}\left(-44\right) = 48 \\ \text{De lengte van de pijler is 48 m}\)
  9. \(\text{ Sarah vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 55 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 5}.x + 55 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 5}.x - x = -55 \\ \Leftrightarrow \frac{ 5 + 4 - 20}{ 20} . x = -55 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{20} . x = -55 \\ \Leftrightarrow x = -55.\left( \frac{20}{-11} \right) = 100 \\ \text{De enquête bevatte 100 vragen} \)
  10. \(\text{ Noor vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 20 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 3}.x + 20 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 3}.x - x = -20 \\ \Leftrightarrow \frac{ 3 + 4 - 12}{ 12} . x = -20 \\ \Leftrightarrow \frac{-5}{12} . x = -20 \\ \Leftrightarrow x = -20.\left( \frac{12}{-5} \right) = 48 \\ \text{De enquête bevatte 48 vragen} \)
  11. \(\text{ Rebecca vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 14 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 5}.x + 14 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 5}.x - x = -14 \\ \Leftrightarrow \frac{ 5 + 3 - 15}{ 15} . x = -14 \\ \Leftrightarrow \frac{-7}{15} . x = -14 \\ \Leftrightarrow x = -14.\left( \frac{15}{-7} \right) = 30 \\ \text{De enquête bevatte 30 vragen} \)
  12. \(\text{ Laura vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 36 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x + 36 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -36 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 3 - 18}{ 18} . x = -36 \\ \Leftrightarrow \frac{-9}{18} . x = -36 \\ \Leftrightarrow x = -36.\left( \frac{18}{-9} \right) = 72 \\ \text{De enquête bevatte 72 vragen} \)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2024-05-13 06:05:26
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen