Vrgst met breuken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

  1. \(\text{ Chemse vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 55 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  2. \(\text{ Rowenn vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 22 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  3. \(\text{ Een pijler van een brug zit 20 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 4 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  4. \(\text{ Een pijler van een brug zit 15 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 9 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  5. \(\text{ Lina vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 38 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  6. \(\text{ Een pijler van een brug zit 3 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 7 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  7. \(\text{ Een pijler van een brug zit 2 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 22 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  8. \(\text{ Een pijler van een brug zit 5 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 10 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  9. \(\text{ Amani vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 28 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  10. \(\text{ Ines vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 33 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  11. \(\text{ Een pijler van een brug zit 4 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 40 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  12. \(\text{ Sarah vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 33 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

Verbetersleutel

  1. \(\text{ Chemse vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 55 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 5}.x + 55 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 5}.x - x = -55 \\ \Leftrightarrow \frac{ 5 + 4 - 20}{ 20} . x = -55 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{20} . x = -55 \\ \Leftrightarrow x = -55.\left( \frac{20}{-11} \right) = 100 \\ \text{De enquête bevatte 100 vragen} \)
  2. \(\text{ Rowenn vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 22 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 4}.x + 22 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 4}.x - x = -22 \\ \Leftrightarrow \frac{ 4 + 5 - 20}{ 20} . x = -22 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{20} . x = -22 \\ \Leftrightarrow x = -22.\left( \frac{20}{-11} \right) = 40 \\ \text{De enquête bevatte 40 vragen} \)
  3. \(\text{ Een pijler van een brug zit 20 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 4 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 20 + \frac{ 1}{ 9}.x + 4 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x + 24 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x - x = -24 \\ \Leftrightarrow \frac{-8}{ 9}.x = -24 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 9}{-8}\left(-24\right) = 27 \\ \text{De lengte van de pijler is 27 m}\)
  4. \(\text{ Een pijler van een brug zit 15 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 9 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 15 + \frac{ 1}{ 9}.x + 9 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x + 24 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x - x = -24 \\ \Leftrightarrow \frac{-8}{ 9}.x = -24 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 9}{-8}\left(-24\right) = 27 \\ \text{De lengte van de pijler is 27 m}\)
  5. \(\text{ Lina vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 38 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x + 38 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -38 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 5 - 30}{ 30} . x = -38 \\ \Leftrightarrow \frac{-19}{30} . x = -38 \\ \Leftrightarrow x = -38.\left( \frac{30}{-19} \right) = 60 \\ \text{De enquête bevatte 60 vragen} \)
  6. \(\text{ Een pijler van een brug zit 3 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 7 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 3 + \frac{ 1}{ 6}.x + 7 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x + 10 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x - x = -10 \\ \Leftrightarrow \frac{-5}{ 6}.x = -10 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 6}{-5}\left(-10\right) = 12 \\ \text{De lengte van de pijler is 12 m}\)
  7. \(\text{ Een pijler van een brug zit 2 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 22 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 2 + \frac{ 1}{ 9}.x + 22 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x + 24 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x - x = -24 \\ \Leftrightarrow \frac{-8}{ 9}.x = -24 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 9}{-8}\left(-24\right) = 27 \\ \text{De lengte van de pijler is 27 m}\)
  8. \(\text{ Een pijler van een brug zit 5 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 10 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 5 + \frac{ 1}{ 6}.x + 10 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x + 15 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x - x = -15 \\ \Leftrightarrow \frac{-5}{ 6}.x = -15 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 6}{-5}\left(-15\right) = 18 \\ \text{De lengte van de pijler is 18 m}\)
  9. \(\text{ Amani vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 28 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 5}.x + 28 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 5}.x - x = -28 \\ \Leftrightarrow \frac{ 5 + 3 - 15}{ 15} . x = -28 \\ \Leftrightarrow \frac{-7}{15} . x = -28 \\ \Leftrightarrow x = -28.\left( \frac{15}{-7} \right) = 60 \\ \text{De enquête bevatte 60 vragen} \)
  10. \(\text{ Ines vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 33 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 4}.x + 33 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 4}.x - x = -33 \\ \Leftrightarrow \frac{ 4 + 5 - 20}{ 20} . x = -33 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{20} . x = -33 \\ \Leftrightarrow x = -33.\left( \frac{20}{-11} \right) = 60 \\ \text{De enquête bevatte 60 vragen} \)
  11. \(\text{ Een pijler van een brug zit 4 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 40 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 4 + \frac{ 1}{ 12}.x + 40 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x + 44 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x - x = -44 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{ 12}.x = -44 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 12}{-11}\left(-44\right) = 48 \\ \text{De lengte van de pijler is 48 m}\)
  12. \(\text{ Sarah vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 33 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 5}.x + 33 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 5}.x - x = -33 \\ \Leftrightarrow \frac{ 5 + 4 - 20}{ 20} . x = -33 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{20} . x = -33 \\ \Leftrightarrow x = -33.\left( \frac{20}{-11} \right) = 60 \\ \text{De enquête bevatte 60 vragen} \)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-10-16 15:12:49
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen