Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 5 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 7 gasten zitten, dan zijn er 80 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 15 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 11 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 7 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 0 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1464 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 33 euro en 38 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 51917 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 5 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 8 gasten zitten, dan zijn er 143 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1346 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 20 euro en 23 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 28642 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 11 gasten zitten, dan hebben 8 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 14 gasten zitten, dan zijn er 67 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1301 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 34 euro en 37 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 46316 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 9 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 13 gasten zitten, dan zijn er 183 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 12 gasten zitten, dan hebben 10 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 16 gasten zitten, dan zijn er 94 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 8 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 9 gasten zitten, dan zijn er 39 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1308 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 26 euro en 35 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 39651 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 15 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 1 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 19 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 7 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
Verbetersleutel
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 5 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 7 gasten zitten, dan zijn er 80 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 5.x+4 = 7.x -80 } \\
\Leftrightarrow 5.x - 7.x = -80 - 4\\
\Leftrightarrow -2x = -84\\
\Leftrightarrow x = 42 \\
\text{Er staan 42 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 15 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 11 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 7 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 0 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 1316 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1464 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 33 euro en 38 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 51917 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 33 euro }\\
\text{ 1464 - x is het aantal kaarten van 38 euro }\\
\color{red}{ 33.x+38.(1464 - x)=51917 }\\
\Leftrightarrow 33.x+38.1464-38.x=51917 \\
\Leftrightarrow -5.x+55632=51917 \\
\Leftrightarrow -5.x=-3715 \\
\Leftrightarrow x=-3715.\frac{1}{-5} = 743 \\
\text{Er zijn 743 kaarten van 33 euro en 721 kaarten van 38 euro.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 5 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 8 gasten zitten, dan zijn er 143 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 5.x+4 = 8.x -143 } \\
\Leftrightarrow 5.x - 8.x = -143 - 4\\
\Leftrightarrow -3x = -147\\
\Leftrightarrow x = 49 \\
\text{Er staan 49 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1346 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 20 euro en 23 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 28642 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 20 euro }\\
\text{ 1346 - x is het aantal kaarten van 23 euro }\\
\color{red}{ 20.x+23.(1346 - x)=28642 }\\
\Leftrightarrow 20.x+23.1346-23.x=28642 \\
\Leftrightarrow -3.x+30958=28642 \\
\Leftrightarrow -3.x=-2316 \\
\Leftrightarrow x=-2316.\frac{1}{-3} = 772 \\
\text{Er zijn 772 kaarten van 20 euro en 574 kaarten van 23 euro.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 11 gasten zitten, dan hebben 8 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 14 gasten zitten, dan zijn er 67 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 11.x+8 = 14.x -67 } \\
\Leftrightarrow 11.x - 14.x = -67 - 8\\
\Leftrightarrow -3x = -75\\
\Leftrightarrow x = 25 \\
\text{Er staan 25 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1301 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 34 euro en 37 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 46316 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 34 euro }\\
\text{ 1301 - x is het aantal kaarten van 37 euro }\\
\color{red}{ 34.x+37.(1301 - x)=46316 }\\
\Leftrightarrow 34.x+37.1301-37.x=46316 \\
\Leftrightarrow -3.x+48137=46316 \\
\Leftrightarrow -3.x=-1821 \\
\Leftrightarrow x=-1821.\frac{1}{-3} = 607 \\
\text{Er zijn 607 kaarten van 34 euro en 694 kaarten van 37 euro.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 9 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 13 gasten zitten, dan zijn er 183 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 9.x+5 = 13.x -183 } \\
\Leftrightarrow 9.x - 13.x = -183 - 5\\
\Leftrightarrow -4x = -188\\
\Leftrightarrow x = 47 \\
\text{Er staan 47 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 12 gasten zitten, dan hebben 10 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 16 gasten zitten, dan zijn er 94 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 12.x+10 = 16.x -94 } \\
\Leftrightarrow 12.x - 16.x = -94 - 10\\
\Leftrightarrow -4x = -104\\
\Leftrightarrow x = 26 \\
\text{Er staan 26 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 8 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 9 gasten zitten, dan zijn er 39 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 8.x+4 = 9.x -39 } \\
\Leftrightarrow 8.x - 9.x = -39 - 4\\
\Leftrightarrow -x = -43\\
\Leftrightarrow x = 43 \\
\text{Er staan 43 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1308 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 26 euro en 35 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 39651 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 26 euro }\\
\text{ 1308 - x is het aantal kaarten van 35 euro }\\
\color{red}{ 26.x+35.(1308 - x)=39651 }\\
\Leftrightarrow 26.x+35.1308-35.x=39651 \\
\Leftrightarrow -9.x+45780=39651 \\
\Leftrightarrow -9.x=-6129 \\
\Leftrightarrow x=-6129.\frac{1}{-9} = 681 \\
\text{Er zijn 681 kaarten van 26 euro en 627 kaarten van 35 euro.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 15 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 1 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 19 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 7 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 976 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)