Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1240 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 35 euro en 38 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 44903 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 20 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 15 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 17 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 14 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1259 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 36 euro en 41 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 49034 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 16 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 6 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 15 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 9 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 6 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 9 gasten zitten, dan zijn er 85 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 18 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 12 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 17 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 10 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 8 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 12 gasten zitten, dan zijn er 156 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 7 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 11 gasten zitten, dan zijn er 84 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 7 gasten zitten, dan hebben 6 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 8 gasten zitten, dan zijn er 42 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 16 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 3 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 5 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 1 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1121 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 24 euro en 32 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 31848 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1108 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 21 euro en 30 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 28371 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
Verbetersleutel
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1240 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 35 euro en 38 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 44903 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 35 euro }\\
\text{ 1240 - x is het aantal kaarten van 38 euro }\\
\color{red}{ 35.x+38.(1240 - x)=44903 }\\
\Leftrightarrow 35.x+38.1240-38.x=44903 \\
\Leftrightarrow -3.x+47120=44903 \\
\Leftrightarrow -3.x=-2217 \\
\Leftrightarrow x=-2217.\frac{1}{-3} = 739 \\
\text{Er zijn 739 kaarten van 35 euro en 501 kaarten van 38 euro.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 20 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 15 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 17 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 14 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 575 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1259 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 36 euro en 41 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 49034 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 36 euro }\\
\text{ 1259 - x is het aantal kaarten van 41 euro }\\
\color{red}{ 36.x+41.(1259 - x)=49034 }\\
\Leftrightarrow 36.x+41.1259-41.x=49034 \\
\Leftrightarrow -5.x+51619=49034 \\
\Leftrightarrow -5.x=-2585 \\
\Leftrightarrow x=-2585.\frac{1}{-5} = 517 \\
\text{Er zijn 517 kaarten van 36 euro en 742 kaarten van 41 euro.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 16 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 6 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 15 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 9 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 534 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 6 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 9 gasten zitten, dan zijn er 85 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 6.x+5 = 9.x -85 } \\
\Leftrightarrow 6.x - 9.x = -85 - 5\\
\Leftrightarrow -3x = -90\\
\Leftrightarrow x = 30 \\
\text{Er staan 30 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 18 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 12 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 17 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 10 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 1200 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 8 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 12 gasten zitten, dan zijn er 156 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 8.x+4 = 12.x -156 } \\
\Leftrightarrow 8.x - 12.x = -156 - 4\\
\Leftrightarrow -4x = -160\\
\Leftrightarrow x = 40 \\
\text{Er staan 40 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 7 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 11 gasten zitten, dan zijn er 84 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 7.x+4 = 11.x -84 } \\
\Leftrightarrow 7.x - 11.x = -84 - 4\\
\Leftrightarrow -4x = -88\\
\Leftrightarrow x = 22 \\
\text{Er staan 22 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 7 gasten zitten, dan hebben 6 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 8 gasten zitten, dan zijn er 42 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 7.x+6 = 8.x -42 } \\
\Leftrightarrow 7.x - 8.x = -42 - 6\\
\Leftrightarrow -x = -48\\
\Leftrightarrow x = 48 \\
\text{Er staan 48 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 16 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 3 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 5 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 1 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 531 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1121 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 24 euro en 32 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 31848 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 24 euro }\\
\text{ 1121 - x is het aantal kaarten van 32 euro }\\
\color{red}{ 24.x+32.(1121 - x)=31848 }\\
\Leftrightarrow 24.x+32.1121-32.x=31848 \\
\Leftrightarrow -8.x+35872=31848 \\
\Leftrightarrow -8.x=-4024 \\
\Leftrightarrow x=-4024.\frac{1}{-8} = 503 \\
\text{Er zijn 503 kaarten van 24 euro en 618 kaarten van 32 euro.}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1108 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 21 euro en 30 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 28371 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 21 euro }\\
\text{ 1108 - x is het aantal kaarten van 30 euro }\\
\color{red}{ 21.x+30.(1108 - x)=28371 }\\
\Leftrightarrow 21.x+30.1108-30.x=28371 \\
\Leftrightarrow -9.x+33240=28371 \\
\Leftrightarrow -9.x=-4869 \\
\Leftrightarrow x=-4869.\frac{1}{-9} = 541 \\
\text{Er zijn 541 kaarten van 21 euro en 567 kaarten van 30 euro.}
\)