Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 6 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 10 gasten zitten, dan zijn er 176 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 7 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 5 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 16 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 7 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 7 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 2 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 19 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 7 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 6 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 10 gasten zitten, dan zijn er 120 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 7 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 4 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 5 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 3 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1502 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 27 euro en 34 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 45573 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1288 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 38 euro en 44 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 53060 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 5 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 8 gasten zitten, dan zijn er 59 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1242 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 36 euro en 44 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 48984 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 6 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 9 gasten zitten, dan zijn er 85 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 9 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 5 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 13 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 0 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1174 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 34 euro en 42 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 44988 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
Verbetersleutel
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 6 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 10 gasten zitten, dan zijn er 176 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 6.x+4 = 10.x -176 } \\
\Leftrightarrow 6.x - 10.x = -176 - 4\\
\Leftrightarrow -4x = -180\\
\Leftrightarrow x = 45 \\
\text{Er staan 45 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 7 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 5 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 16 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 7 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 775 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 7 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 2 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 19 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 7 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 919 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 6 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 10 gasten zitten, dan zijn er 120 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 6.x+4 = 10.x -120 } \\
\Leftrightarrow 6.x - 10.x = -120 - 4\\
\Leftrightarrow -4x = -124\\
\Leftrightarrow x = 31 \\
\text{Er staan 31 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 7 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 4 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 5 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 3 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 683 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1502 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 27 euro en 34 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 45573 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 27 euro }\\
\text{ 1502 - x is het aantal kaarten van 34 euro }\\
\color{red}{ 27.x+34.(1502 - x)=45573 }\\
\Leftrightarrow 27.x+34.1502-34.x=45573 \\
\Leftrightarrow -7.x+51068=45573 \\
\Leftrightarrow -7.x=-5495 \\
\Leftrightarrow x=-5495.\frac{1}{-7} = 785 \\
\text{Er zijn 785 kaarten van 27 euro en 717 kaarten van 34 euro.}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1288 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 38 euro en 44 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 53060 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 38 euro }\\
\text{ 1288 - x is het aantal kaarten van 44 euro }\\
\color{red}{ 38.x+44.(1288 - x)=53060 }\\
\Leftrightarrow 38.x+44.1288-44.x=53060 \\
\Leftrightarrow -6.x+56672=53060 \\
\Leftrightarrow -6.x=-3612 \\
\Leftrightarrow x=-3612.\frac{1}{-6} = 602 \\
\text{Er zijn 602 kaarten van 38 euro en 686 kaarten van 44 euro.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 5 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 8 gasten zitten, dan zijn er 59 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 5.x+4 = 8.x -59 } \\
\Leftrightarrow 5.x - 8.x = -59 - 4\\
\Leftrightarrow -3x = -63\\
\Leftrightarrow x = 21 \\
\text{Er staan 21 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1242 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 36 euro en 44 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 48984 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 36 euro }\\
\text{ 1242 - x is het aantal kaarten van 44 euro }\\
\color{red}{ 36.x+44.(1242 - x)=48984 }\\
\Leftrightarrow 36.x+44.1242-44.x=48984 \\
\Leftrightarrow -8.x+54648=48984 \\
\Leftrightarrow -8.x=-5664 \\
\Leftrightarrow x=-5664.\frac{1}{-8} = 708 \\
\text{Er zijn 708 kaarten van 36 euro en 534 kaarten van 44 euro.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 6 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 9 gasten zitten, dan zijn er 85 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 6.x+5 = 9.x -85 } \\
\Leftrightarrow 6.x - 9.x = -85 - 5\\
\Leftrightarrow -3x = -90\\
\Leftrightarrow x = 30 \\
\text{Er staan 30 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 9 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 5 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 13 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 0 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 806 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1174 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 34 euro en 42 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 44988 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 34 euro }\\
\text{ 1174 - x is het aantal kaarten van 42 euro }\\
\color{red}{ 34.x+42.(1174 - x)=44988 }\\
\Leftrightarrow 34.x+42.1174-42.x=44988 \\
\Leftrightarrow -8.x+49308=44988 \\
\Leftrightarrow -8.x=-4320 \\
\Leftrightarrow x=-4320.\frac{1}{-8} = 540 \\
\text{Er zijn 540 kaarten van 34 euro en 634 kaarten van 42 euro.}
\)