Doordenkers

Hoofdmenu Eentje per keer 

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

  1. \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\ \text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 6 soldaten te lopen.}\\ \text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 1 }\\ \text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 13 }\\ \text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 12 soldaten in de laatste rij stonden }\\ \text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? } \)
  2. \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\ \text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1290 toeschouwers.}\\ \text{De toegangskaarten kosten 21 euro en 25 euro.}\\ \text{In totaal bracht dit 29202 euro op.}\\ \text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
  3. \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\ \text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 12 soldaten te lopen.}\\ \text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 4 }\\ \text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 5 }\\ \text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 2 soldaten in de laatste rij stonden }\\ \text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? } \)
  4. \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\ \text{Als aan elke tafel 5 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\ \text{Als er aan elke tafel 7 gasten zitten, dan zijn er 96 plaatsen over}\\ \text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?} \)
  5. \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\ \text{Als aan elke tafel 6 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\ \text{Als er aan elke tafel 7 gasten zitten, dan zijn er 31 plaatsen over}\\ \text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?} \)
  6. \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\ \text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1104 toeschouwers.}\\ \text{De toegangskaarten kosten 37 euro en 47 euro.}\\ \text{In totaal bracht dit 46148 euro op.}\\ \text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
  7. \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\ \text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1452 toeschouwers.}\\ \text{De toegangskaarten kosten 30 euro en 33 euro.}\\ \text{In totaal bracht dit 45789 euro op.}\\ \text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
  8. \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\ \text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1405 toeschouwers.}\\ \text{De toegangskaarten kosten 39 euro en 46 euro.}\\ \text{In totaal bracht dit 59359 euro op.}\\ \text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
  9. \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\ \text{Als aan elke tafel 5 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\ \text{Als er aan elke tafel 6 gasten zitten, dan zijn er 26 plaatsen over}\\ \text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?} \)
  10. \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\ \text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1097 toeschouwers.}\\ \text{De toegangskaarten kosten 20 euro en 23 euro.}\\ \text{In totaal bracht dit 23491 euro op.}\\ \text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
  11. \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\ \text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 5 soldaten te lopen.}\\ \text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 2 }\\ \text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 16 }\\ \text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 12 soldaten in de laatste rij stonden }\\ \text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? } \)
  12. \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\ \text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1415 toeschouwers.}\\ \text{De toegangskaarten kosten 27 euro en 37 euro.}\\ \text{In totaal bracht dit 45125 euro op.}\\ \text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

Verbetersleutel

  1. \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\ \text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 6 soldaten te lopen.}\\ \text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 1 }\\ \text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 13 }\\ \text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 12 soldaten in de laatste rij stonden }\\ \text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? } \\--\\ \text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\ \text{Het totaal aantal soldaten was 1585 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\ \text{Heb jij een idee?} \)
  2. \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\ \text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1290 toeschouwers.}\\ \text{De toegangskaarten kosten 21 euro en 25 euro.}\\ \text{In totaal bracht dit 29202 euro op.}\\ \text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\ \text{x is het aantal kaarten van 21 euro }\\ \text{ 1290 - x is het aantal kaarten van 25 euro }\\ \color{red}{ 21.x+25.(1290 - x)=29202 }\\ \Leftrightarrow 21.x+25.1290-25.x=29202 \\ \Leftrightarrow -4.x+32250=29202 \\ \Leftrightarrow -4.x=-3048 \\ \Leftrightarrow x=-3048.\frac{1}{-4} = 762 \\ \text{Er zijn 762 kaarten van 21 euro en 528 kaarten van 25 euro.} \)
  3. \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\ \text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 12 soldaten te lopen.}\\ \text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 4 }\\ \text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 5 }\\ \text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 2 soldaten in de laatste rij stonden }\\ \text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? } \\--\\ \text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\ \text{Het totaal aantal soldaten was 1012 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\ \text{Heb jij een idee?} \)
  4. \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\ \text{Als aan elke tafel 5 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\ \text{Als er aan elke tafel 7 gasten zitten, dan zijn er 96 plaatsen over}\\ \text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?} \\--\\ \text{x is het aantal tafels}\\ \color{red}{ 5.x+4 = 7.x -96 } \\ \Leftrightarrow 5.x - 7.x = -96 - 4\\ \Leftrightarrow -2x = -100\\ \Leftrightarrow x = 50 \\ \text{Er staan 50 tafels in de feestzaal.} \)
  5. \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\ \text{Als aan elke tafel 6 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\ \text{Als er aan elke tafel 7 gasten zitten, dan zijn er 31 plaatsen over}\\ \text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?} \\--\\ \text{x is het aantal tafels}\\ \color{red}{ 6.x+5 = 7.x -31 } \\ \Leftrightarrow 6.x - 7.x = -31 - 5\\ \Leftrightarrow -x = -36\\ \Leftrightarrow x = 36 \\ \text{Er staan 36 tafels in de feestzaal.} \)
  6. \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\ \text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1104 toeschouwers.}\\ \text{De toegangskaarten kosten 37 euro en 47 euro.}\\ \text{In totaal bracht dit 46148 euro op.}\\ \text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\ \text{x is het aantal kaarten van 37 euro }\\ \text{ 1104 - x is het aantal kaarten van 47 euro }\\ \color{red}{ 37.x+47.(1104 - x)=46148 }\\ \Leftrightarrow 37.x+47.1104-47.x=46148 \\ \Leftrightarrow -10.x+51888=46148 \\ \Leftrightarrow -10.x=-5740 \\ \Leftrightarrow x=-5740.\frac{1}{-10} = 574 \\ \text{Er zijn 574 kaarten van 37 euro en 530 kaarten van 47 euro.} \)
  7. \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\ \text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1452 toeschouwers.}\\ \text{De toegangskaarten kosten 30 euro en 33 euro.}\\ \text{In totaal bracht dit 45789 euro op.}\\ \text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\ \text{x is het aantal kaarten van 30 euro }\\ \text{ 1452 - x is het aantal kaarten van 33 euro }\\ \color{red}{ 30.x+33.(1452 - x)=45789 }\\ \Leftrightarrow 30.x+33.1452-33.x=45789 \\ \Leftrightarrow -3.x+47916=45789 \\ \Leftrightarrow -3.x=-2127 \\ \Leftrightarrow x=-2127.\frac{1}{-3} = 709 \\ \text{Er zijn 709 kaarten van 30 euro en 743 kaarten van 33 euro.} \)
  8. \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\ \text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1405 toeschouwers.}\\ \text{De toegangskaarten kosten 39 euro en 46 euro.}\\ \text{In totaal bracht dit 59359 euro op.}\\ \text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\ \text{x is het aantal kaarten van 39 euro }\\ \text{ 1405 - x is het aantal kaarten van 46 euro }\\ \color{red}{ 39.x+46.(1405 - x)=59359 }\\ \Leftrightarrow 39.x+46.1405-46.x=59359 \\ \Leftrightarrow -7.x+64630=59359 \\ \Leftrightarrow -7.x=-5271 \\ \Leftrightarrow x=-5271.\frac{1}{-7} = 753 \\ \text{Er zijn 753 kaarten van 39 euro en 652 kaarten van 46 euro.} \)
  9. \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\ \text{Als aan elke tafel 5 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\ \text{Als er aan elke tafel 6 gasten zitten, dan zijn er 26 plaatsen over}\\ \text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?} \\--\\ \text{x is het aantal tafels}\\ \color{red}{ 5.x+4 = 6.x -26 } \\ \Leftrightarrow 5.x - 6.x = -26 - 4\\ \Leftrightarrow -x = -30\\ \Leftrightarrow x = 30 \\ \text{Er staan 30 tafels in de feestzaal.} \)
  10. \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\ \text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1097 toeschouwers.}\\ \text{De toegangskaarten kosten 20 euro en 23 euro.}\\ \text{In totaal bracht dit 23491 euro op.}\\ \text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\ \text{x is het aantal kaarten van 20 euro }\\ \text{ 1097 - x is het aantal kaarten van 23 euro }\\ \color{red}{ 20.x+23.(1097 - x)=23491 }\\ \Leftrightarrow 20.x+23.1097-23.x=23491 \\ \Leftrightarrow -3.x+25231=23491 \\ \Leftrightarrow -3.x=-1740 \\ \Leftrightarrow x=-1740.\frac{1}{-3} = 580 \\ \text{Er zijn 580 kaarten van 20 euro en 517 kaarten van 23 euro.} \)
  11. \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\ \text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 5 soldaten te lopen.}\\ \text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 2 }\\ \text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 16 }\\ \text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 12 soldaten in de laatste rij stonden }\\ \text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? } \\--\\ \text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\ \text{Het totaal aantal soldaten was 652 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\ \text{Heb jij een idee?} \)
  12. \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\ \text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1415 toeschouwers.}\\ \text{De toegangskaarten kosten 27 euro en 37 euro.}\\ \text{In totaal bracht dit 45125 euro op.}\\ \text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\ \text{x is het aantal kaarten van 27 euro }\\ \text{ 1415 - x is het aantal kaarten van 37 euro }\\ \color{red}{ 27.x+37.(1415 - x)=45125 }\\ \Leftrightarrow 27.x+37.1415-37.x=45125 \\ \Leftrightarrow -10.x+52355=45125 \\ \Leftrightarrow -10.x=-7230 \\ \Leftrightarrow x=-7230.\frac{1}{-10} = 723 \\ \text{Er zijn 723 kaarten van 27 euro en 692 kaarten van 37 euro.} \)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2024-12-04 01:50:32
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen