Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 7 gasten zitten, dan hebben 6 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 8 gasten zitten, dan zijn er 17 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1076 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 20 euro en 29 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 26164 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 7 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 11 gasten zitten, dan zijn er 171 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 8 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 10 gasten zitten, dan zijn er 72 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 20 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 8 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 17 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 5 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1338 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 26 euro en 34 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 39420 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 11 gasten zitten, dan hebben 10 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 12 gasten zitten, dan zijn er 39 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 17 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 6 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 14 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 5 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1336 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 27 euro en 30 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 38139 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 7 gasten zitten, dan hebben 6 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 9 gasten zitten, dan zijn er 74 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 7 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 10 gasten zitten, dan zijn er 71 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 14 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 1 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 17 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 10 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
Verbetersleutel
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 7 gasten zitten, dan hebben 6 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 8 gasten zitten, dan zijn er 17 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 7.x+6 = 8.x -17 } \\
\Leftrightarrow 7.x - 8.x = -17 - 6\\
\Leftrightarrow -x = -23\\
\Leftrightarrow x = 23 \\
\text{Er staan 23 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1076 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 20 euro en 29 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 26164 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 20 euro }\\
\text{ 1076 - x is het aantal kaarten van 29 euro }\\
\color{red}{ 20.x+29.(1076 - x)=26164 }\\
\Leftrightarrow 20.x+29.1076-29.x=26164 \\
\Leftrightarrow -9.x+31204=26164 \\
\Leftrightarrow -9.x=-5040 \\
\Leftrightarrow x=-5040.\frac{1}{-9} = 560 \\
\text{Er zijn 560 kaarten van 20 euro en 516 kaarten van 29 euro.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 7 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 11 gasten zitten, dan zijn er 171 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 7.x+5 = 11.x -171 } \\
\Leftrightarrow 7.x - 11.x = -171 - 5\\
\Leftrightarrow -4x = -176\\
\Leftrightarrow x = 44 \\
\text{Er staan 44 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 8 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 10 gasten zitten, dan zijn er 72 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 8.x+4 = 10.x -72 } \\
\Leftrightarrow 8.x - 10.x = -72 - 4\\
\Leftrightarrow -2x = -76\\
\Leftrightarrow x = 38 \\
\text{Er staan 38 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 20 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 8 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 17 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 5 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 1688 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1338 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 26 euro en 34 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 39420 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 26 euro }\\
\text{ 1338 - x is het aantal kaarten van 34 euro }\\
\color{red}{ 26.x+34.(1338 - x)=39420 }\\
\Leftrightarrow 26.x+34.1338-34.x=39420 \\
\Leftrightarrow -8.x+45492=39420 \\
\Leftrightarrow -8.x=-6072 \\
\Leftrightarrow x=-6072.\frac{1}{-8} = 759 \\
\text{Er zijn 759 kaarten van 26 euro en 579 kaarten van 34 euro.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 11 gasten zitten, dan hebben 10 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 12 gasten zitten, dan zijn er 39 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 11.x+10 = 12.x -39 } \\
\Leftrightarrow 11.x - 12.x = -39 - 10\\
\Leftrightarrow -x = -49\\
\Leftrightarrow x = 49 \\
\text{Er staan 49 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 17 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 6 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 14 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 5 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 873 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1336 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 27 euro en 30 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 38139 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 27 euro }\\
\text{ 1336 - x is het aantal kaarten van 30 euro }\\
\color{red}{ 27.x+30.(1336 - x)=38139 }\\
\Leftrightarrow 27.x+30.1336-30.x=38139 \\
\Leftrightarrow -3.x+40080=38139 \\
\Leftrightarrow -3.x=-1941 \\
\Leftrightarrow x=-1941.\frac{1}{-3} = 647 \\
\text{Er zijn 647 kaarten van 27 euro en 689 kaarten van 30 euro.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 7 gasten zitten, dan hebben 6 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 9 gasten zitten, dan zijn er 74 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 7.x+6 = 9.x -74 } \\
\Leftrightarrow 7.x - 9.x = -74 - 6\\
\Leftrightarrow -2x = -80\\
\Leftrightarrow x = 40 \\
\text{Er staan 40 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 7 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 10 gasten zitten, dan zijn er 71 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 7.x+4 = 10.x -71 } \\
\Leftrightarrow 7.x - 10.x = -71 - 4\\
\Leftrightarrow -3x = -75\\
\Leftrightarrow x = 25 \\
\text{Er staan 25 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 14 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 1 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 17 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 10 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 1149 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)