Krachten

Hoofdmenu Eentje per keer 

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

  1. \(\)Een veer (k = 2 N/m) ondervindt een veerkracht van 18 N. Hoeveel cm rekt zij uit? \(\)
  2. \(\)Op de maan (g = 1{,}62 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 17{,}82 N. Bereken de zwaartekracht van het voorwerp op Uranus (g = 7{,}77 N/kg). \(\)
  3. \(\)Een veer verlengt 23 dm en ondervindt een veerkracht van 18{,}4 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  4. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 4 kg op de maan (g = 1{,}62 N/kg)? \(\)
  5. \(\)Op Jupiter (g = 22{,}9 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 45{,}8 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  6. \(\)Anissa en Rojin trekken aan weerszijden van een winkelkar. Anissa trekt met een kracht van 300 N, Rojin met een kracht van 600 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  7. \(\)Een veer (k = 5 N/m) ondervindt een veerkracht van 7{,}5 N. Hoeveel mm rekt zij uit? \(\)
  8. \(\)Een veer (k = 4 N/m) ondervindt een veerkracht van 32{,}4 N. Hoeveel mm rekt zij uit? \(\)
  9. \(\)Op Saturnus (g = 9{,}05 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 63{,}35 N. Bereken de zwaartekracht van het voorwerp op Aarde (g = 9{,}81 N/kg). \(\)
  10. \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Dina met een kracht van 800 N. Zaid staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 1000 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  11. \(\)Op Jupiter (g = 22{,}9 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 412{,}2 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  12. \(\)Imane en Robin trekken aan weerszijden van een winkelkar. Imane trekt met een kracht van 300 N, Robin met een kracht van 500 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

Verbetersleutel

  1. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{18 N}{2 N/m} = 9m =900 cm \\ \text{De veer rekt 900 cm uit}\)
  2. \(m = \dfrac{F_Z}{7{,}77 N/kg} = \dfrac{17{,}82 N}{1{,}62 N/kg} \\ \Leftrightarrow F_Z = \dfrac{17{,}82 N .7{,}77 N/kg}{1{,}62 N/kg} = 85{,}47N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Uranus is 85{,}47N }\)
  3. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{18{,}4N}{2{,}3m} = 8 N/m \\ \text{De veerconstante is 8 N/m}\)
  4. \(F_Z = m . g = (4 kg) . (1{,}62 N/kg) = 6{,}48N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op de maan is 6{,}48N }\)
  5. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{45{,}8N}{22{,}9 N/kg} = 2 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 2 kg}\)
  6. \(\leftarrow F_{Anissa} = 300 N ; F_{Rojin} = 600 N \rightarrow \\F_R = 600 N - 300 N = 300 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 300 N naar Rojin toe}\)
  7. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{7{,}5 N}{5 N/m} = 1{,}5m =1500 mm \\ \text{De veer rekt 1500 mm uit}\)
  8. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{32{,}4 N}{4 N/m} = 8{,}1m =8100 mm \\ \text{De veer rekt 8100 mm uit}\)
  9. \(m = \dfrac{F_Z}{9{,}81 N/kg} = \dfrac{63{,}35 N}{9{,}05 N/kg} \\ \Leftrightarrow F_Z = \dfrac{63{,}35 N .9{,}81 N/kg}{9{,}05 N/kg} = 68{,}67N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Aarde is 68{,}67N }\)
  10. \(\rightarrow F_{Dina} = 800 N ; F_{Zaid} = 1000 N \rightarrow \\F_R = 800 N + 1000 N = 1800 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 1800 N naar Zaid toe}\)
  11. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{412{,}2N}{22{,}9 N/kg} = 18 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 18 kg}\)
  12. \(\leftarrow F_{Imane} = 300 N ; F_{Robin} = 500 N \rightarrow \\F_R = 500 N - 300 N = 200 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 200 N naar Robin toe}\)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2024-09-28 22:57:32
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen