Vrgst met breuken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

  1. \(\text{ Een pijler van een brug zit 12 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 32 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  2. \(\text{ Een pijler van een brug zit 28 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 16 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  3. \(\text{ Rowenn vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 25 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  4. \(\text{ Mila vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 45 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  5. \(\text{ Een pijler van een brug zit 39 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 5 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  6. \(\text{ Een pijler van een brug zit 5 meter in de grond. }\\\text{Een vierde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 1 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  7. \(\text{ Rebecca vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 28 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  8. \(\text{ Een pijler van een brug zit 6 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 4 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  9. \(\text{ Een pijler van een brug zit 14 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 10 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  10. \(\text{ Wouter vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 20 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  11. \(\text{ Mohamed vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 10 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  12. \(\text{ Alysia vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 22 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

Verbetersleutel

  1. \(\text{ Een pijler van een brug zit 12 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 32 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 12 + \frac{ 1}{ 12}.x + 32 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x + 44 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x - x = -44 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{ 12}.x = -44 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 12}{-11}\left(-44\right) = 48 \\ \text{De lengte van de pijler is 48 m}\)
  2. \(\text{ Een pijler van een brug zit 28 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 16 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 28 + \frac{ 1}{ 12}.x + 16 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x + 44 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x - x = -44 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{ 12}.x = -44 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 12}{-11}\left(-44\right) = 48 \\ \text{De lengte van de pijler is 48 m}\)
  3. \(\text{ Rowenn vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 25 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 3}.x + 25 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 3}.x - x = -25 \\ \Leftrightarrow \frac{ 3 + 4 - 12}{ 12} . x = -25 \\ \Leftrightarrow \frac{-5}{12} . x = -25 \\ \Leftrightarrow x = -25.\left( \frac{12}{-5} \right) = 60 \\ \text{De enquête bevatte 60 vragen} \)
  4. \(\text{ Mila vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 45 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x + 45 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -45 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 3 - 18}{ 18} . x = -45 \\ \Leftrightarrow \frac{-9}{18} . x = -45 \\ \Leftrightarrow x = -45.\left( \frac{18}{-9} \right) = 90 \\ \text{De enquête bevatte 90 vragen} \)
  5. \(\text{ Een pijler van een brug zit 39 meter in de grond. }\\\text{Een twaalfde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 5 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 39 + \frac{ 1}{ 12}.x + 5 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x + 44 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 12}.x - x = -44 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{ 12}.x = -44 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 12}{-11}\left(-44\right) = 48 \\ \text{De lengte van de pijler is 48 m}\)
  6. \(\text{ Een pijler van een brug zit 5 meter in de grond. }\\\text{Een vierde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 1 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 5 + \frac{ 1}{ 4}.x + 1 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 4}.x + 6 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 4}.x - x = -6 \\ \Leftrightarrow \frac{-3}{ 4}.x = -6 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 4}{-3}\left(-6\right) = 8 \\ \text{De lengte van de pijler is 8 m}\)
  7. \(\text{ Rebecca vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 28 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 6}.x + 28 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -28 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 4 - 24}{ 24} . x = -28 \\ \Leftrightarrow \frac{-14}{24} . x = -28 \\ \Leftrightarrow x = -28.\left( \frac{24}{-14} \right) = 48 \\ \text{De enquête bevatte 48 vragen} \)
  8. \(\text{ Een pijler van een brug zit 6 meter in de grond. }\\\text{Een zesde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 4 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 6 + \frac{ 1}{ 6}.x + 4 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x + 10 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 6}.x - x = -10 \\ \Leftrightarrow \frac{-5}{ 6}.x = -10 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 6}{-5}\left(-10\right) = 12 \\ \text{De lengte van de pijler is 12 m}\)
  9. \(\text{ Een pijler van een brug zit 14 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 10 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 14 + \frac{ 1}{ 9}.x + 10 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x + 24 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x - x = -24 \\ \Leftrightarrow \frac{-8}{ 9}.x = -24 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 9}{-8}\left(-24\right) = 27 \\ \text{De lengte van de pijler is 27 m}\)
  10. \(\text{ Wouter vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 20 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 4}.x + 20 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 4}.x - x = -20 \\ \Leftrightarrow \frac{ 4 + 3 - 12}{ 12} . x = -20 \\ \Leftrightarrow \frac{-5}{12} . x = -20 \\ \Leftrightarrow x = -20.\left( \frac{12}{-5} \right) = 48 \\ \text{De enquête bevatte 48 vragen} \)
  11. \(\text{ Mohamed vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 10 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 3}.x + 10 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 3}.x - x = -10 \\ \Leftrightarrow \frac{ 3 + 4 - 12}{ 12} . x = -10 \\ \Leftrightarrow \frac{-5}{12} . x = -10 \\ \Leftrightarrow x = -10.\left( \frac{12}{-5} \right) = 24 \\ \text{De enquête bevatte 24 vragen} \)
  12. \(\text{ Alysia vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 22 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 5}.x + 22 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 5}.x - x = -22 \\ \Leftrightarrow \frac{ 5 + 4 - 20}{ 20} . x = -22 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{20} . x = -22 \\ \Leftrightarrow x = -22.\left( \frac{20}{-11} \right) = 40 \\ \text{De enquête bevatte 40 vragen} \)
Oefeningengenerator wiskundeoefeningen.be 2025-09-18 15:26:03
Een site van Busleyden Atheneum Mechelen