Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 9 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 5 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 10 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 6 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1541 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 34 euro en 43 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 59423 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1392 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 37 euro en 47 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 59484 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 8 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 0 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 17 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 2 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 9 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 13 gasten zitten, dan zijn er 144 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 15 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 8 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 7 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 5 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 5 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 6 gasten zitten, dan zijn er 44 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 9 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 10 gasten zitten, dan zijn er 19 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1123 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 31 euro en 35 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 37141 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1225 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 35 euro en 39 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 45531 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 7 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 5 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 5 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 1 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1223 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 21 euro en 27 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 28947 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
Verbetersleutel
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 9 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 5 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 10 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 6 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 1526 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1541 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 34 euro en 43 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 59423 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 34 euro }\\
\text{ 1541 - x is het aantal kaarten van 43 euro }\\
\color{red}{ 34.x+43.(1541 - x)=59423 }\\
\Leftrightarrow 34.x+43.1541-43.x=59423 \\
\Leftrightarrow -9.x+66263=59423 \\
\Leftrightarrow -9.x=-6840 \\
\Leftrightarrow x=-6840.\frac{1}{-9} = 760 \\
\text{Er zijn 760 kaarten van 34 euro en 781 kaarten van 43 euro.}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1392 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 37 euro en 47 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 59484 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 37 euro }\\
\text{ 1392 - x is het aantal kaarten van 47 euro }\\
\color{red}{ 37.x+47.(1392 - x)=59484 }\\
\Leftrightarrow 37.x+47.1392-47.x=59484 \\
\Leftrightarrow -10.x+65424=59484 \\
\Leftrightarrow -10.x=-5940 \\
\Leftrightarrow x=-5940.\frac{1}{-10} = 594 \\
\text{Er zijn 594 kaarten van 37 euro en 798 kaarten van 47 euro.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 8 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 0 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 17 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 2 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 1056 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 9 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 13 gasten zitten, dan zijn er 144 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 9.x+4 = 13.x -144 } \\
\Leftrightarrow 9.x - 13.x = -144 - 4\\
\Leftrightarrow -4x = -148\\
\Leftrightarrow x = 37 \\
\text{Er staan 37 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 15 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 8 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 7 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 5 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 1748 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 5 gasten zitten, dan hebben 4 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 6 gasten zitten, dan zijn er 44 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 5.x+4 = 6.x -44 } \\
\Leftrightarrow 5.x - 6.x = -44 - 4\\
\Leftrightarrow -x = -48\\
\Leftrightarrow x = 48 \\
\text{Er staan 48 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 9 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 10 gasten zitten, dan zijn er 19 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 9.x+5 = 10.x -19 } \\
\Leftrightarrow 9.x - 10.x = -19 - 5\\
\Leftrightarrow -x = -24\\
\Leftrightarrow x = 24 \\
\text{Er staan 24 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1123 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 31 euro en 35 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 37141 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 31 euro }\\
\text{ 1123 - x is het aantal kaarten van 35 euro }\\
\color{red}{ 31.x+35.(1123 - x)=37141 }\\
\Leftrightarrow 31.x+35.1123-35.x=37141 \\
\Leftrightarrow -4.x+39305=37141 \\
\Leftrightarrow -4.x=-2164 \\
\Leftrightarrow x=-2164.\frac{1}{-4} = 541 \\
\text{Er zijn 541 kaarten van 31 euro en 582 kaarten van 35 euro.}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1225 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 35 euro en 39 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 45531 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 35 euro }\\
\text{ 1225 - x is het aantal kaarten van 39 euro }\\
\color{red}{ 35.x+39.(1225 - x)=45531 }\\
\Leftrightarrow 35.x+39.1225-39.x=45531 \\
\Leftrightarrow -4.x+47775=45531 \\
\Leftrightarrow -4.x=-2244 \\
\Leftrightarrow x=-2244.\frac{1}{-4} = 561 \\
\text{Er zijn 561 kaarten van 35 euro en 664 kaarten van 39 euro.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 7 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 5 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 5 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 1 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 831 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1223 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 21 euro en 27 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 28947 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 21 euro }\\
\text{ 1223 - x is het aantal kaarten van 27 euro }\\
\color{red}{ 21.x+27.(1223 - x)=28947 }\\
\Leftrightarrow 21.x+27.1223-27.x=28947 \\
\Leftrightarrow -6.x+33021=28947 \\
\Leftrightarrow -6.x=-4074 \\
\Leftrightarrow x=-4074.\frac{1}{-6} = 679 \\
\text{Er zijn 679 kaarten van 21 euro en 544 kaarten van 27 euro.}
\)