Bepaal het voorschrift in de vorm f(x)=ax+b
\(\text {Bepaal het functievoorschrift van a(x) als de functie richtingscoëfficiënt -3 heeft en door het punt J(6,1) gaat.}\)
\(\text {Bepaal het functievoorschrift van a(x) als de functie richtingscoëfficiënt -3 heeft en door het punt J(6,1) gaat.}\\ \begin{align} \ & \text {Opstellen vergelijking: methode 1: invullen a = -3 en J(6,1)} \\ & y-y_1 = a(x-x_1) \\\Leftrightarrow & y -1 = -3(x -6) \\\Leftrightarrow & y = -3x+18+1\\\Leftrightarrow & y = -3x+19\\& a(x) = -3x+19\\& \text {Opstellen vergelijking: methode 2 invullen a = -3 en J(6,1)} \\ & y= ax + b \\\Leftrightarrow & y = -3x +b \\\Leftrightarrow & 1 = -3 \cdot 6 +b \\\Leftrightarrow & 1 = -18+b \\\Leftrightarrow & b = 19\\\Rightarrow & y = -3x+19\\& a(x) = -3x+19\end{align} \\\)